Ingediend | 18 mei 2010 |
---|---|
Beantwoord | 9 juli 2010 (na 52 dagen) |
Indiener | Jasper van Dijk |
Beantwoord door | Marja van Bijsterveldt (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA) |
Onderwerpen | recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z08394.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2831.html |
Nee. In de eerste plaats klopt uw kwalificatie van de visie van het kabinet ten aanzien van homoseksuele leraren niet. Er is geen spanning tussen het meevaren op de Gay Pride en het aanvaarden van de in de Algemene wet gelijke behandeling vastgelegde balans tussen het verbod op discriminatie en de vrijheid van onderwijs.
In de tweede plaats is het meevaren tijdens de Gay Pride geen lakmoesproef voor de «juiste visie» op gelijke behandeling. Als beleidsverantwoordelijk bewindspersoon van het kabinet vaar ik mee om het belang van homo-emancipatie te onderstrepen en om te laten zien dat het kabinet een actief beleid voert om de sociale acceptatie van homoseksualiteit te bevorderen.
Zie mijn antwoord op vraag 1.
Ik bedoel daarmee dat de sociale acceptatie van homoseksualiteit in Nederland is toegenomen, ook in bijvoorbeeld levensbeschouwelijke kringen en op christelijke scholen. Juist daar is de dialoog goed op gang gekomen, mede door de inzet van homo-organisaties in eigen kring. Maar ook in bedrijven, op sportverenigingen, bij jongeren, ouderen en in kringen van etnische minderheden is de zichtbaarheid en bespreekbaarheid vergroot. Op mijn boot tijdens de Gay Pride wil ik dit zichtbaar maken. Daarom heb ik vrijwilligers van allerlei organisaties, die de dragers zijn van deze positieve ontwikkelingen, uitgenodigd dit jaar met mij mee te varen.
Zie mijn antwoord op vraag 3.