Ingediend | 29 april 2010 |
---|---|
Beantwoord | 18 mei 2010 (na 19 dagen) |
Indiener | Margreeth Smilde (CDA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | organisatie en beleid recht staatsrecht zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z07622.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2496.html |
Ja.
De Vereniging voor Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) heeft verklaard dat deze praktijk zeker geen schering en inslag is. Echter ook eerder hebben mij berichten bereikt dat het in sommige gevallen voorkomt dat stempassen worden weggegooid dan wel niet worden verstrekt aan de bewoners. In januari 2007 is daarom door mijn voorganger een brief gestuurd naar alle verpleeg- en verzorgingshuizen en naar alle ggz-instellingen en begeleid wonen projecten om hen er op te wijzen dat het belangrijk is dat zij hun bewoners (tijdig) voorzien van de stempas.
In 2008 is de Kieswet gewijzigd zodat personen die onder curatele staan niet langer uitgesloten zijn van het kiesrecht. Slechts een klein deel van de mensen met een verstandelijke beperking staat overigens onder curatele. Dit was ook een van de redenen om de uitsluiting van het kiesrecht voor deze groep op te heffen. Voor de meeste gehandicapten was er dus geen sprake van een nieuwe situatie. Mede op verzoek van de Kamer heb ik begin 2009 allerlei belangenorganisaties van mensen met een verstandelijke beperking, waaronder ook de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland gewezen op de wijziging van de Kieswet en hen verzocht hun achterban te informeren. Met het oog op de komende Tweede Kamerverkiezing ben ik bereid opnieuw de ggz-instellingen aan te schrijven om hen er op te wijzen dat zij de stempas tijdig aan hun bewoners moeten uitreiken.
Zie antwoord vraag 3.
Ik ben bereid om te bezien of in het kader van de evaluatie van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer is na te gaan of zich problemen hebben voorgedaan bij het stemmen door kiezers met een verstandelijke beperking.
Ik verwijs hiervoor naar de behandeling van het voorstel tot wijziging van de Grondwet met betrekking tot het opheffen van de kiesrechtuitsluiting voor onder curatele gestelden en meer in het bijzonder naar de volgende passage uit de memorie van antwoord (Kamerstukken Eerste Kamer 2006–2007, 30 471, B):
«De regering is echter ook van opvatting dat het kiesrecht een persoonlijk recht is, hetgeen veronderstelt dat de kiezer zelf zijn of haar keuze bepaalt. Niet iedereen aan wie het kiesrecht is toegekend, zal daadwerkelijk tot het zelf maken van die keuze in staat zijn. Zowel onder curandi als onder de overige kiesgerechtigden komt het voor dat mensen daartoe niet in staat zijn. Zij zijn dan evenmin in staat op eigen initiatief een volmacht te verlenen. Het is niet de bedoeling dat begeleiders of familie hen een volmacht «ontfutselen» of op andere wijze de uitoefening van het kiesrecht van betrokkene beïnvloeden. De regering is dan ook niet voornemens in de Kieswet te bepalen dat de voorzitter van het stembureau bijstand bij het uitbrengen van de stem wegens gebrekkige verstandelijke vermogens, kan toestaan. Dit nog los van de vraag hoe de voorzitter moet beoordelen of het verzoek werkelijk een grondslag vindt in gebrekkige verstandelijke vermogens of dat veeleer ongeoorloofde dwang van de ene kiezer door de andere aan het verzoek om bijstand ten grondslag ligt.»