Ingediend | 21 april 2010 |
---|---|
Beantwoord | 27 mei 2010 (na 36 dagen) |
Indiener | Kees van der Staaij (SGP) |
Beantwoord door | Maxime Verhagen (minister buitenlandse zaken, minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (CDA) |
Onderwerpen | defensie internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z07157.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2560.html |
Ja.
Op grond van de ons tot nog toe beschikbare informatie is er op dit moment voor Nederland geen goede grond om de Syrische ambassadeur te ontbieden.
Nederland heeft zich altijd sterk gemaakt voor de naleving van verplichtingen voortvloeiende uit VNVR-resoluties 1559 en 1701, die beide oproepen tot ontwapening van milities in Libanon. Wanneer en waar mogelijk worden betrokken partijen hierop door Nederland gewezen. Syrië is zeer goed bekend met de Nederlandse positie.
Aangenomen mag worden dat als blijkt dat deze berichten op waarheid berusten, dat deze schending van VNVR-resoluties zowel in de VN-veiligheidsraad als in EU-kader aan de orde zal worden gesteld. Ik acht het niet opportuun te anticiperen op de maatregelen die in dit geval genomen kunnen worden.