Ingediend | 20 april 2010 |
---|---|
Beantwoord | 27 mei 2010 (na 37 dagen) |
Indiener | Atzo Nicolaï (VVD) |
Beantwoord door | Maxime Verhagen (minister buitenlandse zaken, minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (CDA) |
Onderwerpen | defensie europese zaken internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z07031.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2559.html |
Ja.
Zie het antwoord op vraag 4.
Israël heeft deze beschuldigingen aan het adres van Syrië geuit. President Shimon Peres heeft, kort voor zijn officiële bezoek aan Parijs twee weken geleden, Syrië beschuldigd van het leveren van Scudraketten aan Hezbollah. Volgens Israël zal het beschikken over dergelijke wapens de vuurkracht van deze organisatie aanzienlijk vergroten en staat deze bevoorrading haaks op de voorgestelde bereidheid van Syrië om de indirecte vredesonderhandelingen te hervatten. Syrië en Libanon ontkennen met klem dat er sprake is van levering van Scudraketten aan Hezbollah.
Vooralsnog zijn deze berichten niet objectief verifieerbaar gebleken. Het is derhalve niet opportuun om hieraan op dit moment stellige conclusies te verbinden. Vast staat wel dat levering van dergelijke wapens een grove schending zou inhouden van verplichtingen voortvloeiende uit de VN Veiligheidsraadresoluties 1559 en 1701, die beide oproepen tot ontwapening van milities in Libanon. Een dergelijke schending zal in voorkomend geval ongetwijfeld onderwerp van bespreking worden in de VN-veiligheidsraad en zal alsdan naar onze mening leiden tot het nemen van passende maatregelen.
Zie de beantwoording van vraag 6.
Nederland deelt de zorgen van de VS over de bewapening van Hezbollah en hecht dan ook sterk aan de naleving van genoemde VNVR-resoluties. Daarmee gaat Nederland door, zowel in VN- en ook in EU-verband. Ik merk op dat deze berichten vooralsnog niet hebben geleid tot een herziening van het toenaderingsbeleid van de VS jegens Syrië. Mijn Amerikaanse ambtgenote Hillary Clinton heeft tijdens de NAVO-top in Estland nog eens uitdrukkelijk aangegeven het vaste voornemen te hebben om op korte termijn een Amerikaanse ambassadeur in Damascus te plaatsen.
Als blijkt dat deze berichten op waarheid berusten, verdient deze schending van VNVR-resoluties ook in EU-kader aan de orde te worden gesteld en welke gevolgen daaraan moeten worden verbonden in de EU-relatie met Syrië. Ik wil daar niet op vooruitlopen.