Ingediend | 16 april 2010 |
---|---|
Beantwoord | 10 juni 2010 (na 55 dagen) |
Indiener | Arda Gerkens |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z06889.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2622.html |
Indien de verkoop legaal is en minimaal 75 procent van de opbrengst daadwerkelijk besteed wordt aan goede doelen, dan behoeft daartegen geen bezwaar te bestaan. Dit wordt anders indien de bedrijven in strijd handelen met wet- of regelgeving of dat de bedrijfskosten dermate hoog zijn dat nog slechts een fractie van de opbrengst naar goede doelen gaat.
Het is niet bekend met welke goede doelen het bedrijf samenwerkt. Voor zover ik heb kunnen nagaan zijn er geen goede doelen organisaties met het CBF-Keur die met dit bedrijf samenwerken. Het CBF ontraadt goede doelen instanties met het CBF-Keur om afspraken te maken met bedrijven, die op straat kaarten verkopen met de mededeling dat de opbrengst naar het goede doel gaat. Het CBF is hiertoe overgegaan na ontvangen klachten over misleiding en gebrek aan transparantie.
Het verkopende bedrijf publiceert geen informatie over de verhouding bedrijfskosten en afdrachten aan goede doelen. Ik acht dit niet wenselijk. De burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat hun donaties voor goede doelen daar ook daadwerkelijk grotendeels terechtkomen. Transparantie en vertrouwen zijn belangrijke factoren om de positieve houding van burgers ten aanzien van goede doelen in stand te houden.
Ja.
Dit is afhankelijk van de Algemene Plaatselijke verordening (APV) die in de betreffende gemeente van kracht is. Uit de toelichting bij artikel 5 : 13 van de Model APV van de Nederlandse Vereniging van Gemeenten (VNG) blijkt dat huis-aan-huisverkoop van geschreven of gedrukte stukken zoals briefkaarten, waarvan de verkopende instantie te kennen geeft dat de opbrengst daarvan grotendeels bestemd is voor goede doelen, als collecteren wordt aangemerkt en derhalve een vergunningplichtige activiteit is. De meeste gemeenten hebben deze bepaling uit de Model APV overgenomen. Of Bumblebee aan deze vergunningsplicht voldoet is dus afhankelijk van de APV die in de betreffende gemeente van toepassing is. Ik acht het wenselijk dat iedere gemeente deze bepaling uit de Model APV opneemt in de plaatselijke APV.
Bij het Centraal Bureau Fondsenwerving zijn vragen en klachten binnengekomen over een aantal kaartverkopende bedrijven, waarmee overigens niet is vastgesteld dat deze bedrijven zich niet aan de regels zouden houden. De vragen en klachten bij het CBF betreffen de volgende bedrijven:
Gebleken is dat er in de afgelopen jaren een aantal keren proces-verbaal is opgemaakt tegen personen die zonder vergunning huis-aan-huis kaarten verkochten uit naam van Bumblebeecrew. Op dit moment zijn er geen concrete feiten of omstandigheden bekend die aanleiding geven tot het starten van een strafrechtelijk onderzoek tegen de organisatie Bumblebeecrew.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Gerkens (SP) van uw Kamer aan de Minister van Justitie over mogelijke strafbare feiten bij verkoopactiviteiten (ingezonden 16 april 2010) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.