Ingediend | 16 april 2010 |
---|---|
Beantwoord | 14 juni 2010 (na 59 dagen) |
Indieners | Ton Heerts (PvdA), Eeke van der Veen (PvdA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z06883.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2656.html |
Ja.
Uit het artikel komt het beeld naar voren dat verzekeraars zich vaak te formeel en strak opstellen waardoor de afhandeling van medische schade als gevolg van medische missers soms te traag verloopt. Hierdoor kan voor slachtoffers van medische missers soms een vervelende situatie ontstaan. Dit betreur ik.
De verzekeraars hebben in samenwerking met o.a. de relevante brancheorganisaties, de rechtsbijstandverzekeraars en organisaties die de patiënt vertegenwoordigen zoals de NPCF en Slachtofferhulp Nederland het initiatief genomen tot het opstellen van de gedragscode medische aansprakelijkheid (GMA). Hierin zijn aanbevelingen opgenomen die het proces van afwikkeling van medische schade moeten verbeteren. Ik ondersteun dit initiatief van harte en zal de uitwerking van de GMA in de praktijk nauwlettend volgen.
Vooropgesteld dat ik geen partij ben bij dergelijke aansprakelijkheidskwesties ben ik van mening dat een constructieve oplossing in een medische aansprakelijkheidskwestie medewerking vergt van beide partijen. Een agressieve opstelling zal hier niet toe bijdragen. Met de GMA geven de veldpartijen zelf de aanzet om de communicatie tussen de partijen die betrokken zijn bij een medische aansprakelijkheidskwestie te verbeteren.
Zie antwoord op vraag 3.
De huidige geschillencommissie Zorginstellingen is door de organisaties van zorgaanbieders en organisaties van cliënten gezamenlijk ingesteld en behandelt zo'n 30 klachten per jaar. Instellingen hebben zich hier vrijwillig bij aangesloten. Veldpartijen hebben zelf onderling afgesproken dat deze commissie maximaal € 5.000,– schadevergoeding kan toekennen.
In de sector verzorging, verpleging en thuiszorg (VVT) zijn nog weinig zorginstellingen aangesloten bij de geschillencommissie. Dit zijn er op dit moment 14 . Per 1 januari 2011 gaat dit drastisch veranderen. Actiz en BTN gaan de aansluiting bij de geschillencommissie als lidmaatschapsvereiste hanteren. Actiz, BTN, de Consumentenbond, de NPCF en het LOC hebben op 21 april jongstleden de tweezijdige algemene leveringsvoorwaarden voor de VVT vastgesteld. Een onderdeel hiervan is verplichte aansluiting bij de geschillencommissie Zorginstellingen. Dit betekent dat vanaf 1 januari 2011 de leden van Actiz en BTN (ruim 90% van de instellingen in de VVT-sector) bij de geschillencommissie aangesloten zullen zijn.
In de ziekenhuissector zijn op dit moment 84 instellingen aangesloten Het overleg tussen NVZ, Orde van Medisch Specialisten, Consumentenbond en NPCF over algemene voorwaarden in de ziekenhuissector is in een vergevorderd stadium. Ik verwacht dat aansluiting bij de geschillencommissie hiervan ook een onderdeel is. Is dit niet het geval dan ben ik uiteraard bereid om de NVZ te vragen haar leden op te roepen om zich aan te melden bij de geschillencommissie.
Een dezer dagen ontvangt u het voorstel voor de wet cliëntenrechten zorg (Wcz). Een onderdeel van de Wcz is dat alle zorgaanbieders verplicht worden zich bij een geschilleninstantie aan te sluiten. Deze geschilleninstantie doet bindende uitspraken en kan een schadevergoeding toekennen van – op termijn – maximaal € 25.000,–. Deze competentiegrens is gebaseerd op het advies van de Adviescommissie Evaluatie modernisering rechterlijke organisatie, beter bekend als de commissie Deetman. Deze commissie heeft een afweging gemaakt tussen enerzijds de behoefte aan snelle, laagdrempelige afhandeling en anderzijds het belang de extra waarborgen van de civiele rechtbank, zoals de verplichte inschakeling van een advocaat. De competentiegrens wordt in eerste instantie verhoogd tot €10.000,– om onverwachte en ongewenste neveneffecten van de verruiming van de competentiegrens te voorkomen.
Zie antwoord vraag 6.
In dergelijke aansprakelijkheidskwesties dient in de eerste plaats aandacht te zijn voor het slachtoffer van de medische schade. Om die reden is in het voorstel Wet Cliëntenrechten Zorg, dat een dezer dagen naar de Tweede Kamer zal worden gezonden opgenomen dat cliënten bij het indienen van een klacht recht hebben op gratis advies, ondersteuning en voorlichting.
Zie antwoord vraag 8.
Hierbij deel ik u mee, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, dat de schriftelijke vragen van de leden Heerts en Van der Veen (beiden PvdA) over het artikel «Medische missers slecht vergoed» (ingezonden 16 april 2010) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.