Ingediend | 15 april 2010 |
---|---|
Beantwoord | 4 mei 2010 (na 19 dagen) |
Indiener | Kees van der Staaij (SGP) |
Beantwoord door | Maxime Verhagen (minister buitenlandse zaken, minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (CDA) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z06769.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2404.html |
Ik ben bekend met het bericht. De verantwoordelijkheid voor vernoeming van straten ligt in de Palestijnse Gebieden (PG) bij de gemeentebesturen. Het besluit om een straat in Ramallah te vernoemen naar de Hamasstrijder Yahya Ayash is reeds in 1998 door het toenmalige gemeentebestuur van Ramallah genomen en niet door de PA. De regering verwerpt dit besluit van het gemeentebestuur, aangezien het bijdraagt aan het verheerlijken van terreur en geweld.
Zie antwoord vraag 1.
De recente vernoeming van een rotonde in Ramallah naar de terroriste Dalal Mughrabi valt eveneens onder de verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur van Ramallah, die wordt gedomineerd door vertegenwoordigers van Hamas en andere radicale groeperingen. In mijn contacten met de PA laat ik desalniettemin niet na kenbaar te maken dat de PA zich dient te houden aan de verplichtingen die het onder de Routekaart voor de Vrede heeft aangegaan, waaronder ook het stopzetten van ophitsing en haatzaaien door officiële Palestijnse instanties. De EU draagt dit ook consequent uit. De Nederlandse vertegenwoordiger bij de PA heeft namens mij bij de burgemeester van Ramallah, mw. Janet Michael (die in 2005 als onafhankelijke kandidaat verkozen is tot het burgemeesterschap) geprotesteerd tegen vernoeming van straten naar bekende terroristen.
Zie antwoord vraag 3.
Ik moge verwijzen naar mijn antwoord op de identieke vraag die hierover is gesteld in de Kamervragen waarnaar in vraag 4 hierboven wordt verwezen.
De PA kan in deze aangelegenheden niet verweten worden rechtstreeks bij te dragen aan ophitsing. Bij monde van president Abbas heeft de PA zich duidelijk uitgesproken tegen terrorisme en voor onderhandelingen als de oplossing voor het Palestijns-Israëlisch conflict. Zolang de PA deze weg blijft volgen, ziet de regering geen aanleiding voor het treffen van sancties. Wij zullen echter de PA blijven aanspreken op noodzaak tot het tegenaan van aanzetten tot geweld en van verheerlijking van terroristen in de Palestijnse gebieden.