Ingediend | 7 april 2010 |
---|---|
Beantwoord | 4 mei 2010 (na 27 dagen) |
Indiener | Luuk Blom (PvdA) |
Beantwoord door | Maxime Verhagen (minister buitenlandse zaken, minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (CDA) |
Onderwerpen | europese zaken internationaal organisatie en beleid werk |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z06175.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2403.html |
Ja.
In deze zaak is mogelijk sprake van het niet juist toepassen van de Europese regelgeving inzake vrij verkeer van werknemers binnen de Unie (art. 45 VWEU).
Op basis van de beschikbare gegevens is het niet mogelijk om een volledige juridische analyse te maken. Voor zover in deze zaak sprake zou zijn van het niet juist toepassen van de Europese regegeving betreft het hier bovendien een arbeidsrechtelijke zaak. Het is niet aan de Nederlandse regering om uitspraken te doen over de juiste toepassing van het Europese recht in een nationale Zweedse context.
Het is aan de Zweedse rechter om te bepalen of hier sprake is van strijd met het Europese recht en om eventueel prejudiciële vragen te stellen aan het Europees Hof van Justitie over de uitlegging van het Europese recht in deze concrete situatie. Elke nationale rechter kan prejudiciële vragen stellen, de hoogste nationale rechter is hiertoe zelfs verplicht. De klager kan in de nationale rechtsgang op elk moment de nationale rechter verzoeken hiertoe over te gaan.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Het is niet aan de Nederlandse regering om uitspraken te doen over deze zaak of zich hierin te mengen, gezien het civielrechtelijke karakter. De nationale rechtsgang in Zweden zal nog moeten worden doorlopen.
Overigens hebben mijn Ministerie en de Nederlandse ambassade in Stockholm sinds 2005 de heer Louw regelmatig te woord gestaan en, voor zover dit binnen de beperkte mogelijkheden lag, geadviseerd.