Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de steeds grootschaliger productie en in- en uitvoer van harddrugs wenselijk is de strafmaxima voor het aanwezig hebben, de handel, de productie en de in- en uitvoer van verdovende middelen als bedoeld in lijst I bij de Opiumwet te verhogen en enkele andere wijzigingen aan de Opiumwet aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Opiumwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid wordt «ten hoogste acht jaren» vervangen door «ten hoogste twaalf jaren».

2. In het vijfde lid wordt «ten hoogste twaalf jaren» vervangen door «ten hoogste zestien jaren».

3. Onder vernummering van het zesde lid tot zevende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 6. Indien een feit als bedoeld in het derde lid betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel, wordt gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie opgelegd. Onder grote hoeveelheid wordt verstaan een hoeveelheid die meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel.

B

In artikel 10a, eerste lid, wordt «ten hoogste zes jaren» vervangen door «ten hoogste acht jaren».

C

Artikel 11b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «artikel 10, derde, vierde en vijfde lid» vervangen door «artikel 10, derde en zesde lid».

2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, vierde en vijfde lid, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren of geldboete van de vijfde categorie.

D

In artikel 12 wordt «de artikelen 10, eerste tot en met vijfde lid» vervangen door «de artikelen 10, eerste tot en met zesde lid».

E

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «de artikelen 10, tweede tot en met zesde lid» vervangen door «de artikelen 10, tweede tot en met zevende lid».

2. In het vierde lid wordt «artikel 10, tweede tot en met vijfde lid» vervangen door «artikel 10, tweede tot en met zesde lid» en wordt «en artikel 11a» vervangen door «en artikel 11b».

ARTIKEL II

Indien de Wet van 29 januari 2025 tot wijziging van de Opiumwet in verband met het toevoegen van een derde lijst met als doel het tegengaan van de productie van en de handel in nieuwe psychoactieve stoffen en enkele andere wijzigingen (Stb. 2025, 32):

a. eerder in werking is getreden of treedt dan deze wet, wordt deze wet als volgt gewijzigd:

1. In artikel I worden, onder vernummering van de onderdelen C tot en met E tot onderdelen E tot en met G, na onderdeel B twee onderdelen ingevoegd, die komen te luiden:

C

In artikel 10b, tweede lid, wordt «ten hoogste zes jaren» vervangen door «ten hoogste acht jaren».

D

In artikel 10c, eerste lid, wordt «ten hoogste drie jaren» vervangen door «ten hoogste vier jaren».

2. In artikel I wordt, na het nieuwe onderdeel G een onderdeel toegevoegd, luidende:

H

In artikel 13d, eerste lid, wordt «de artikelen 10, 10a, eerste lid,» vervangen door «de artikelen 10, 10a, eerste lid, 10b, 10c, eerste lid,».

3. Na artikel I wordt, onder vernummering van artikel II tot III ingevoegd:

ARTIKEL II

In artikel 67, eerste lid, onder c, van het Wetboek van Strafvordering wordt «de artikelen 10c, 11, tweede lid, en 11a van de Opiumwet» vervangen door «de artikelen 11, tweede lid, en 11a van de Opiumwet».

b. later in werking is getreden of treedt dan deze wet, wordt die wet als volgt gewijzigd:

1. In artikel I, onderdeel L, wordt in artikel 10b, tweede lid, «ten hoogste zes jaren» vervangen door «ten hoogste acht jaren» en wordt in artikel 10c, eerste lid, «ten hoogste drie jaren» vervangen door «ten hoogste vier jaren».

2. In artikel I wordt na onderdeel Q, onder verlettering van onderdeel R tot onderdeel S, een onderdeel ingevoegd, luidende:

R

In artikel 13d, eerste lid, wordt «de artikelen 10, 10a, eerste lid,» vervangen door «de artikelen 10, 10a, eerste lid, 10b, 10c, eerste lid,».

3. Artikel II vervalt, met vernummering van de artikelen III en IV tot II en III.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven,

De Minister van Justitie en Veiligheid,

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,