Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wijzigingen en correcties van wetstechnische of anderszins beperkt inhoudelijke aard aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In de artikelen 198, eerste lid, onderdeel b, en 227, vierde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt «de stichting» vervangen door «het College».
De Geneesmiddelenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 18, zesde lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. het invoeren of anderszins binnen het grondgebied van Nederland brengen van geneesmiddelen door een fabrikant, groothandelaar of apotheker indien voor die geneesmiddelen door de Inspectie gezondheidszorg en jeugd ontheffing of vrijstelling is verleend als bedoeld in artikel 40, derde lid, onderdeel c.
B
Artikel 26, derde lid, vervalt.
C
Artikel 40, derde lid, onderdeel c, komt te luiden:
c. op geneesmiddelen waarvoor, met inachtneming van artikel 5 van richtlijn 2001/83 en overeenkomstig bij ministeriële regeling te stellen regels, door de Inspectie gezondheidszorg en jeugd voor bepaalde tijd een ontheffing of vrijstelling is verleend;
D
Artikel 61, twaalfde lid, komt te luiden:
12. Een vergunning als bedoeld in het tiende lid vervalt van rechtswege indien de vergunninghouder de geneeskundige praktijk beëindigt, niet meer staat ingeschreven in het krachtens artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg ingestelde register van artsen of niet meer staat ingeschreven in het krachtens artikel 14 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg ingestelde specialistenregister van huisartsen.
E
In artikel 92, eerste lid, aanhef, wordt «een geneesmiddel» vervangen door «geneesmiddelen die uitsluitend op recept ter hand mogen worden gesteld».
De Gezondheidswet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 37 wordt «de functie van hoofdinspecteur» vervangen door «de functie van inspecteur-generaal».
B
In artikel 44, derde lid, onderdeel h, vervalt het vierde subonderdeel en wordt het vijfde subonderdeel vernummerd tot vierde subonderdeel.
C
Artikel 44a, zesde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a vervalt het derde subonderdeel.
2. In onderdeel c vervalt het derde subonderdeel en wordt het vierde en vijfde subonderdeel vernummerd tot derde en vierde subonderdeel.
De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:
A
In de aanhef van artikel 73, eerste lid, wordt na «het regionale tuchtcollege» een zinsnede ingevoegd, luidende: en tegen een eindbeslissing van de voorzitter van het regionale tuchtcollege.
B
Artikel 86 komt te luiden:
Met het toezicht op de naleving van de krachtens deze wet geregelde opleidingen, de krachtens artikel 40 gestelde voorschriften, de voorschriften waarvan overtreding in hoofdstuk X strafbaar is gesteld en het toezicht op de naleving van een last tot onmiddellijke onthouding van de beroepsactiviteiten als bedoeld in artikel 85a, eerste lid, zijn belast de ambtenaren van de Inspectie gezondheidszorg en jeugd.
De Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1j, eerste lid, wordt «uit eigener beweging» vervangen door «uit eigen beweging».
B
In artikel 3, zevende lid, wordt «bedoeld in het eerste lid onderdeel b en in het tweede lid» vervangen door «bedoeld in het eerste en tweede lid».
C
In artikel 4, tweede lid, onderdeel b, wordt «artikelen 2» vervangen door «artikel 2».
Artikel 4.1, eerste lid, van de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg komt te luiden:
1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast de ambtenaren van de Inspectie gezondheidszorg en jeugd.
In artikel 2.19, eerste lid, onderdeel h, van de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden wordt «de paragrafen 4 tot en met 8 van de Drank- en Horecawet» vervangen door «de paragrafen 4 tot en met 7 van de Alcoholwet».
Artikel 9.1.1, zesde lid, van de Wet langdurige zorg komt te luiden:
6. Het CIZ stelt bij de aanvraag van een indicatiebesluit de identiteit en het burgerservicenummer van de verzekerde vast aan de hand van documenten als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, die de verzekerde hem desgevraagd ter inzage geeft, respectievelijk door raadpleging van het nummerregister en de registraties, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b en d, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer, tenzij:
a. de aanvraag namens de verzekerde wordt ingediend door een zorgaanbieder die de identiteit en het burgerservicenummer van de verzekerde reeds heeft vastgesteld; of
b. de identiteit en het burgerservicenummer van de verzekerde reeds zijn vastgesteld door een zorgaanbieder.
Artikel 8 van de Wet op bijzondere medische verrichtingen wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt een zinsnede toegevoegd, luidende:, en de procedure met betrekking tot het verstrekken van een aanwijzing als bedoeld in het tweede lid.
2. In het derde lid wordt de eerste zin vervangen door «Onze Minister kan aan een aanwijzing voorschriften verbinden en deze voorschriften wijzigen of intrekken, voor zover dit voortvloeit uit de beleidsvisie.»
3. Onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
4. Onze Minister kan een aanwijzing intrekken indien de instelling in strijd handelt met een voorschrift als bedoeld in het derde lid of als de omstandigheden na de aanwijzing zodanig zijn gewijzigd dat de aanwijzing niet meer zou zijn verstrekt.
De Wet publieke gezondheid wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
actieve immunisatie, daaronder tevens begrepen passieve immunisatie.
B
In artikel 20a, vierde lid, wordt «ter bekrachtiging» vervangen door «tot incorporatie».
C
Aan artikel 57, derde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: «Voor zover de nadere regels gebaseerd zijn op eisen van de Wereld Gezondheidsorganisatie, kunnen deze in de Engelse gesteld en bekend worden gemaakt.»
In de artikelen 1, onderdeel a, van de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg, 1, eerste lid, van de Wet ambulancevoorzieningen, 1.1 van de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg, 1, eerste lid, onderdeel e, van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018, 1 van de Wet medische hulpmiddelen, 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, 1, eerste lid, van de Wet toetreding zorgaanbieders, 1 van de Wet uitvoering antidopingbeleid, IIA, van de Wet van 4 december 2019 tot wijziging van de Wet geneesmiddelenprijzen in verband met een aanpassing van de referentielanden (Stb. 20219, 479) en 1, onderdeel n, van de Zorgverzekeringswet, wordt «Minister voor Medische Zorg» telkens vervangen door «Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport».
In de artikelen 1, eerste lid, van de Wet afbreking zwangerschap en 2, eerste lid, van de Uitvoeringswet verdrag biologische wapens wordt «Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne» telkens vervangen door «Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport».
In artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg vervalt «of Onze Minister voor Medische Zorg».
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,