Ontvangen 5 maart 2025
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I, onderdeel D, komt te luiden:
D
Na artikel 21 worden in hoofdstuk 6 twee artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 22
1. Het bestuurscollege kent onmiddellijk een burgerservicenummer toe aan een persoon die op het moment van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel C, van de Wet invoering BSN en voorzieningen digitale overheid BES reeds in de basisadministratie is ingeschreven op grond van artikel 5 van de Wet basisadministraties persoonsgegevens BES, tenzij aan hem reeds een burgerservicenummer is toegekend.
2. Artikel 8, derde tot en met zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 23
Na de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel C, van de Wet invoering BSN en voorzieningen digitale overheid BES berust het Besluit burgerservicenummer mede op de artikelen 8, zesde lid, en 22, tweede lid, van deze wet.
B
In artikel II, onderdeel H, komt het voorgestelde artikel 35 te luiden:
Artikel 35
1. Naast de in artikel 10, eerste lid, bedoelde gegevens worden tot een bij koninklijk besluit te bepalen datum over de ingeschrevene de volgende algemene gegevens opgenomen:
a. gegevens over het ID-nummer, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel e, van de Wet identiteitskaarten BES, van de ingeschrevene, de ouders, de echtgenoot, de eerdere echtgenoten, de geregistreerde partner, de eerdere geregistreerde partners en de kinderen;
b. de datum van opneming van de in onderdeel a genoemde ID-nummers.
2. Naast de in artikel 11, eerste lid, bedoelde gegevens worden tot de in het eerste lid bedoelde datum over de ingeschrevene de volgende verwijsgegevens en administratieve gegevens in verband met de verwijsgegevens opgenomen:
a. het ID-nummer;
b. datum van kracht worden ID-nummer.
3. Het ID-nummer wordt opgenomen overeenkomstig de Wet identiteitskaarten BES.
4. De ID-nummers van de ouders, de echtgenoot, de eerdere echtgenoten, de geregistreerde partner, de eerdere geregistreerde partners en de kinderen worden ontleend aan de desbetreffende persoonslijsten in de basisadministratie.
C
In artikel II, onderdeel H, wordt in het voorgestelde artikel 35a «artikel 22 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer» vervangen door «artikel 22, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer».
Deze nota van wijziging voorziet in drie wijzigingen in het wetsvoorstel. De wijzigingen zijn van technische aard en brengen verduidelijkingen aan. De eerste correctie maakt meer expliciet dat de regels van toekenning van het BSN ook gelden in Caribisch Nederland. De tweede wijziging zorgt voor een juiste delegatiegrondslag voor lagere regelgeving (een zogenaamde omhangbepaling). Ten derde wordt het overgangsartikel over het tijdelijk aanhouden van het ID-nummer naast het BSN aangevuld.
De eerste wijziging betreft het herstel van een omissie in het voorgestelde artikel 22 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer (Wabb). Dit artikel regelt de toekenning van het burgerservicenummer (hierna: BSN) aan personen die op het moment van inwerkingtreding van het wetsvoorstel, indien en nadat het tot wet is verheven, reeds als ingezetene van een openbaar lichaam zijn ingeschreven. Zoals duidelijk wordt in paragraaf 2.5.1 van de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is voorzien dat de regels (de procedures) omtrent de toekenning van het BSN zoals die thans op grond van artikel 8, tweede tot en met vijfde lid, van de Wabb in Europees Nederland gelden, overeenkomstig gaan gelden in Caribisch Nederland. Het gaat om de regel dat BSN’s worden toegekend uit de door de Minister van BZK beschikbaar gestelde nummervoorraad (artikel 8, tweede lid, Wabb), om het uitgangspunt dat een BSN slechts eenmalig en foutloos wordt toegekend (artikel 8, derde lid, Wabb), om de regel dat bij de toekenning van het BSN gebruikgemaakt wordt van de beheervoorziening BSN (artikel 8, vierde lid, Wabb) en om de hiermee samenhangende delegatiebepaling (artikel 8, vijfde lid, Wabb). Verzuimd was echter om deze leden van artikel 8 ook van toepassing te verklaren op de toekenning van het BSN op grond van artikel 22. Met deze nota van wijziging wordt dat verzuim hersteld door in het voorgestelde artikel 22 een nieuw tweede lid toe te voegen waarin naar de betreffende leden van artikel 8 wordt verwezen (onderdeel A). Dit nieuwe lid heeft er vervolgens toe geleid dat de verwijzing naar artikel 22 in het voorgestelde artikel 35a van de Wet Bap BES is aangepast naar een verwijzing naar artikel 22, eerste lid (onderdeel C).
De tweede wijziging betreft een zogenaamde omhangbepaling voor het Besluit burgerservicenummer. Het is nodig om de grondslagen van dat besluit te wijzigen en aan te vullen gelet op het feit dat de delegatiegrondslag in artikel 8, vijfde lid, van de Wabb door het wetsvoorstel vernummerd wordt tot zesde lid. Daarnaast moet het Besluit burgerservicenummer ook op het voorgestelde artikel 22, tweede lid berusten. Dit komt omdat dit artikel 22, tweede lid het artikel 8, zesde lid, van overeenkomstige toepassing verklaart en daarmee een nieuwe grondslag vormt. Om dit te bewerkstelligen wordt in artikel I, onderdeel D van het wetsvoorstel een nieuw artikel (23) voorgesteld in de Wabb (onderdeel A).
De derde wijziging voorziet in een uitbreiding van het voorgestelde artikel 35 van de Wet basisadministraties persoonsgegevens BES (Wet bap BES). Hiermee worden de regels over de registratie van het ID-nummer, zoals die thans gesteld zijn in artikel 18 en de bijlagen I en II van het Besluit basisadministraties persoonsgegevens BES (Besluit bap BES), opgenomen in de overgangsbepaling voor het ID-nummer in de Wet bap BES (onderdeel B). Het is wenselijk om de nadere regels over de registratie van het ID-nummer in deze overgangsbepaling op te nemen, zodat voor de beëindiging van de registratie van het ID-nummer niet ook een wijziging van het Besluit bap BES nodig is. Bij de wijziging van het Besluit bap BES in verband met de invoering van deze wet zullen de betreffende artikelen komen te vervallen.
Het voorgestelde eerste lid bepaalt dat het ID-nummer tot een bij koninklijk besluit te bepalen moment in de Bap BES geregistreerd blijft. Onderdeel a verwijst naar de definitie van het ID-nummer in de Wet identiteitskaarten BES en is ontleend aan artikel 10, eerste lid, onderdeel a, nummer 10, van de Wet bap BES. Onderdeel b regelt dat ook de datum van eerste opneming van ID-nummers wordt geregistreerd. Dit onderdeel is ontleend aan bijlage 1 van het Besluit bap BES. Het voorgestelde tweede lid is ontleend aan bijlage 2 bij het Besluit bap BES en regelt de vastlegging van verwijsgegevens en administratieve gegevens over het ID-nummer. Het voorgestelde derde lid bepaalt dat de ID-nummers worden opgenomen overeenkomstig de aanvraagprocedure van de ID-kaart BES en is ontleend aan artikel 18, eerste lid, van het Besluit bap BES. Daarbij wordt verwezen naar de Wet identiteitskaarten BES, waar de toekenning van het ID-nummer is geregeld. Tot slot wordt met het voorgestelde vierde lid geregeld dat het ID-nummer van een gerelateerde wordt ontleend aan diens persoonslijst. Dit artikel komt overeen met het huidige artikel 18, tweede lid, van het Besluit bap BES.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, F.Z. Szabó