Ontvangen 28 februari 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel II wordt het voorgestelde artikel 7.5.9 als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een in een strafbeschikking opgelegde geldboete van ten hoogste het bedrag, bedoeld in het eerste lid.
Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) ziet dagelijks mensen in situaties waarin de (standaard)regels niet passen en bij strikte toepassing kunnen leiden tot schrijnende situaties. Als iemand wel wil, maar niet kan betalen, denkt het CJIB inmiddels mee over een passende oplossing. Verdere verbetering is mogelijk door ruimte in beëindigingsmogelijkheden en daarmee maatwerk te kunnen bieden in situaties waar voortzetting van de tenuitvoerlegging geen doel in redelijkheid meer dient. Dit stelt het CJIB in de Stand van de Uitvoering 2023.
Met dit amendement wil indiener realiseren dat niet alleen een in een vonnis of arrest opgelegde geldboete kan worden beëindigd door het CJIB, maar het CJIB ook de wettelijke mogelijkheid geven om deze bevoegdheid toe te passen bij geldboetes opgelegd in een strafbeschikking. Zo kan de menselijke maat door het CJIB worden toegepast bij strafrechtelijke geldboetes, opgelegd in een vonnis of arrest of strafbeschikking.
Van Nispen