Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2024
In het wetgevingsoverleg van 7 november jl. over het wetsvoorstel Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek (Kamerstuk 36 617, nr. 16) heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de hoogte van de tegemoetkoming voor 2025 die in het kader van deze regeling zal worden uitgekeerd.
Voor 2025 heb ik de tegemoetkoming vastgesteld op € 1.000.
Het bedrag is lager dan de inschatting die ik eerder met uw Kamer heb gedeeld.1 Dit komt door de wijzigingen in het inkomensbeleid voor 2025, met name in de algemene heffingskorting en de huurtoeslag. Als gevolg hiervan zullen huishoudens in de alleenverdienersproblematiek komend jaar een lagere tegemoetkoming nodig hebben voor een besteedbaar inkomen op het bestaansminimum. De hoogte van de tegemoetkoming is zodanig bepaald dat deze naar verwachting toereikend zal zijn voor meer dan 95% van de geraakte huishoudens.
Het bedrag wordt vastgelegd in een ministeriële regeling.2 De tekst hiervan en de toelichting ontvangt u met deze brief. De ministeriële regeling wordt binnenkort gepubliceerd in de Staatscourant en treedt op 1 januari 2025 in werking.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel