Gepubliceerd: 13 december 2024
Indiener(s): Beljaarts
Onderwerpen: economie landbouw organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36588-8.html
ID: 36588-8
Origineel: 36588-2

Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 23 december 2024

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel IV, onderdelen A, B en C, wordt vervangen door artikel IV, onderdelen A, B, C en Ca, luidende:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder Onze Minister:

  • a. Onze Minister van Economische Zaken of Onze Minister die belast is met de zorg voor één of meer beleidsterreinen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, ieder voor zover het betreft het beleidsterrein waarvoor hij verantwoordelijk is;

  • b. Onze Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur of Onze Minister die belast is met de zorg voor één of meer beleidsterreinen, bedoeld in artikel 2a, eerste lid, ieder voor zover het betreft het beleidsterrein waarvoor hij verantwoordelijk is; of

  • c. Onze Minister van Klimaat en Groene Groei of Onze Minister die belast is met de zorg voor één of meer beleidsterreinen, bedoeld in artikel 2b, eerste lid, ieder voor zover het betreft het beleidsterrein waarvoor hij verantwoordelijk is.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

  • 1. Onze Minister, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, kan subsidies verstrekken voor activiteiten die passen in het beleid inzake:

    • a. innovatie;

    • b. mededinging;

    • c. ondernemerschap;

    • d. post;

    • e. regionale economische ontwikkeling;

    • f. digitale economie;

    • g. consumenten;

    • h. economische veiligheid;

    • i. ruimtevaart.

  • 2. Onze Minister, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, kan voorts subsidies verstrekken voor activiteiten op het gebied van de onderwerpen die genoemd zijn in de begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, behorend bij de Wet, houdende vaststelling van de begroting van uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Economische Zaken voor het desbetreffende jaar, of voor een voorafgaand jaar voor zover daarin een beschikking tot subsidieverlening is gegeven. Indien bij de aanvang van enig jaar bedoelde wet nog niet in werking is getreden, wordt tot die inwerkingtreding het voorstel daartoe in aanmerking genomen.

C

Artikel 2a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt «Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit» vervangen door «Onze Minister, bedoeld in artikel 1, onderdeel b,».

b. In onderdeel b wordt «dierenwelzijn» vervangen door «dieren».

c. In onderdeel d wordt «natuur» vervangen door «natuur en biodiversiteit ».

d. In onderdeel e wordt «groen onderzoek» vervangen door «inrichting, beheer en transitie landelijk gebied».

e. In onderdeel h wordt «voedselkwaliteit;» vervangen door «voedsel.».

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Onze Minister, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, kan voorts subsidies verstrekken voor activiteiten op het gebied van de onderwerpen die genoemd zijn in de begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, behorend bij de Wet, houdende vaststelling van de begroting van uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur voor het desbetreffende jaar, of voor een voorafgaand jaar voor zover daarin een beschikking tot subsidieverlening is gegeven. Indien bij de aanvang van enig jaar bedoelde wet nog niet in werking is getreden, wordt tot die inwerkingtreding het voorstel daartoe in aanmerking genomen.

Ca

Na artikel 2a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2b

  • 1. Onze Minister, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, kan subsidies verstrekken voor activiteiten die passen in het beleid inzake:

    • a. duurzaamheid;

    • b. energie;

    • c. groene groei;

    • d. klimaat;

    • e. mijnbouw;

    • f. verduurzaming industrie.

  • 2. Onze Minister, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, kan voorts subsidies verstrekken voor activiteiten op het gebied van de onderwerpen die genoemd zijn in de begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, behorend bij de Wet, houdende vaststelling van de begroting van uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei voor het desbetreffende jaar, of voor een voorafgaand jaar voor zover daarin een beschikking tot subsidieverlening is gegeven. Indien bij de aanvang van enig jaar bedoelde wet nog niet in werking is getreden, wordt tot die inwerkingtreding het voorstel daartoe in aanmerking genomen.

B

In artikel IV, onderdeel E, wordt in artikel 7a, eerste lid, «, voor zover het een beleidsterrein op grond van de artikelen 2 of 2a betreft, waarvoor hij verantwoordelijk is» vervangen door «, voor zover het een beleidsterrein op grond van artikel 2, 2a of 2b betreft, waarvoor hij verantwoordelijk is» en wordt in artikel 7a, eerste lid «, voor de gevallen waarin deze volgende subsidie gebaseerd is op hetzelfde beleidsterrein, bedoeld in artikel 2 of 2a,» vervangen door «, voor de gevallen waarin deze volgende subsidie gebaseerd is op hetzelfde beleidsterrein, bedoeld in de artikelen 2, 2a of 2b,».

C

In artikel IV wordt na onderdeel E een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ea

In artikel 13 wordt «Kaderwet EZK- en LNV-subsidies» vervangen door «Kaderwet EZ-, LVVN- en KGG-subsidies».

D

Voor artikel VII wordt een artikel VIA ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VIA

Indien het bij koninklijke boodschap van 2 april 2024 ingediende voorstel van wet tot uitvoering van verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (Uitvoeringswet digitaledienstenverordening) (Kamerstukken 36 531) tot wet is of wordt verheven, wordt in artikel 4.1, eerste lid, van die wet «2.9, derde lid» vervangen door «2.9, eerste lid».

E

In de ondertekening wordt «Minister van Economische Zaken en Klimaat» vervangen door «Minister van Economische Zaken».

Toelichting

Algemeen

In verband met het aantreden van het kabinet Schoof wordt het wetsvoorstel geactualiseerd voor wat betreft de beleidsterreinen en de portefeuilleverdeling1 tussen de betrokken Ministers voor de subsidieverstrekking onder de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies (Kaderwet). Ook moet de benaming van de Ministers geactualiseerd worden2, net als de naam van de Kaderwet. Met deze nota van wijziging wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om ook een correctie door te voeren ten aanzien van het wetsvoorstel voor de Uitvoeringswet digitale dienstenverordening.

Actualisering bevoegde Ministers (onderdeel A)

In onderdeel A van deze nota van wijziging wordt voorgesteld om de benaming van de Ministers te actualiseren conform de huidige portefeuilleverdeling. In deze nota van wijziging wordt dan ook verduidelijkt dat op grond van de Kaderwet in het vervolg subsidie verstrekt kan worden door de Minister van Economische Zaken (EZ), de Minister van Klimaat en Groene Groei (KGG) en de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) (de Ministers met portefeuille). Vanwege toekomstig bestendige regelgeving blijft in het wetsvoorstel echter wel de passage in artikel 1 gehandhaafd die het mogelijk maakt dat in de toekomst ook subsidie verstrekt zou kunnen worden door Ministers zonder portefeuille (Ministers die belast zijn met de zorg voor één of meer beleidsterreinen binnen de betrokken ministeries).

Actualisering beleidsterreinen (onderdelen A en B)

In de onderdelen A en B van deze nota van wijziging wordt voorgesteld om artikel IV, onderdelen A, B, C en E, van het wetsvoorstel aan te passen en een onderdeel Ca toe te voegen aan artikel IV.

Hiermee wordt in de artikelen 2, 2a en het nieuw ingevoegde artikel 2b van de Kaderwet een actualisering doorgevoerd van de verwijzingen naar de beleidsterreinen op grond waarvan subsidie kan worden verstrekt door de betrokken Ministers, zodat deze overeenkomen met de huidige portefeuilleverdeling tussen de Ministers van de Ministeries van EZ, KGG en LVVN.

In artikel 2 van de Kaderwet worden, overeenkomstig de huidige portefeuilleverdeling tussen de Ministers, de beleidsterreinen «economische veiligheid» en «ruimtevaart» ingevoegd. In artikel 2, eerste lid, komen de beleidsterreinen «energie en duurzaamheid» en «klimaat» te vervallen, om te expliciteren dat de Minister van EZ (en de voormalige Minister voor Klimaat en Energie) niet meer bevoegd is om subsidie te verstrekken op deze beleidsterreinen. De bevoegdheid voor subsidieverstrekking door de Minister van KGG op de beleidsterreinen «duurzaamheid»», «energie», «groene groei», «klimaat», «mijnbouw» en «verduurzaming industrie» wordt opgenomen in artikel 2b. Daarnaast vervalt het beleidsterrein «versterking perspectief Groningen», dat aanvankelijk zou worden toegevoegd aan artikel 2, eerste lid, onderdeel i (nieuw), omdat dit beleidsterrein nu onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties valt.

In artikel 2a, eerste lid, van de Kaderwet wordt de omschrijving van een aantal beleidsterreinen aangepast waarop de Minister van LVVN subsidie kan verstrekken. In de onderdelen b en h worden de beleidsterreinen «dierenwelzijn» en «voedselkwaliteit» vervangen door de beleidsterreinen «dieren» en «voedsel». Hiermee wordt verduidelijkt dat, overeenkomstig de bevoegdheden van de Minister van LVVN, onder deze beleidsterreinen meerdere onderwerpen vallen die betrekking hebben op «dieren» in den brede (zoals «dierenwelzijn», «diergezondheid» en «diergeneesmiddelen») dan wel op «voedsel» in den brede (zoals «voedselkwaliteit», «voedselveiligheid» en «voedselzekerheid»). Ook wordt in onderdeel d het beleidsterrein «natuur» vervangen door «natuur en biodiversiteit ». Daarnaast vervalt het beleidsterrein «groen onderzoek» uit onderdeel e (oud), omdat de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap primair verantwoordelijk is voor algemeen onderwijs en onderzoek, in plaats van de Minister van LVVN. Ook wordt een nieuw onderdeel e ingevoegd, waarin verduidelijkt wordt dat de Minister van LVVN bevoegd is om subsidie te verstrekken op het beleidsterrein «inrichting, beheer en transitie landelijk gebied».

Tot slot worden de verwijzingen naar deze beleidsterreinen uit de artikelen 2, 2a en 2b (nieuw) ook aangepast in artikel 7a.

Citeertitel Kaderwet (onderdeel C)

In onderdeel C van deze nota van wijziging wordt aan artikel IV van het wetsvoorstel een onderdeel Ea toegevoegd. Met dit onderdeel wordt de citeertitel van de Kaderwet aangepast van «Kaderwet EZK- en LNV-subsidies» naar «Kaderwet EZ-, LVVN- en KGG-subsidies», omdat de Kaderwet in het vervolg op de drie Ministers van EZ, LVVN en KGG van toepassing is.

Uitvoeringswet digitale dienstenverordening (onderdeel D)

In onderdeel D van deze nota van wijziging wordt artikel VIA in het onderhavige wetsvoorstel ingevoegd, dat het herstel van een foutieve verwijzing bevat. In artikel 4.1, eerste lid, van het wetsvoorstel voor de Uitvoeringswet digitale dienstenverordening dat thans aanhangig is bij de Eerste Kamer der Staten-Generaal3, wordt per abuis verwezen naar het niet-bestaande derde lid van artikel 2.9 van dat wetsvoorstel. In plaats daarvan dient naar artikel 2.9, eerste lid, van dat wetsvoorstel verwezen te worden. Door middel van de samenloopbepaling in artikel VIA wordt deze foutieve verwijzing hersteld.

Ondertekening (onderdeel E)

In onderdeel E van deze nota van wijziging wordt de ondertekening van het wetsvoorstel geactualiseerd conform de huidige portefeuilleverdeling. Het wetsvoorstel zal, indien het tot wet wordt verheven, ondertekend worden door de Minister van Economische Zaken, in plaats van door de Minister van Economische Zaken en Klimaat.

De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts