Ontvangen 17 februari 2025
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1
Aan artikel 2, tweede lid, wordt toegevoegd «, dan wel als bewindspersoon».
2
In artikel 7 wordt «artikel 2, twaalfde lid» vervangen door «de artikelen 2, twaalfde lid, 3, vierde lid, en 4, vijfde lid».
Onderdeel 1
Het komt voor dat een persoon, direct opvolgend of binnen twee jaar na het aftreden als bewindspersoon, wederom een functie als bewindspersoon ambieert. Staatsrechtelijk is het in dat geval onwenselijk om een adviesverplichting te laten gelden. De uitzondering op de adviesverplichting voor een functie als bewindspersoon is toegevoegd aan het tweede lid van artikel 2.
Onderdeel 2
De bepalingen betreffende de passieve openbaarmaking, dat wil zeggen het kunnen opvragen van documenten, uit Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Woo) zijn niet van toepassing op de adviezen als bedoeld in de artikelen 3, derde lid, en 4, vierde lid, van dit wetsvoorstel, omdat artikel 2, twaalfde lid, van overeenkomstige toepassing is verklaard op deze adviezen in respectievelijk de artikelen 3, vierde lid, en artikel 4, vijfde lid. Om evenwel geen onduidelijkheid te laten bestaan over het niet van toepassing zijn van deze bepalingen van de Woo op deze adviezen, worden de artikelen 3, vierde lid, en 4, vijfde lid, eveneens opgenomen in de bijlage bij artikel 8.8 van de Woo. Hiertoe wordt artikel 7 van het voorstel van wet aangepast.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark