Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de ondersteuning van scholen en van mbo-instellingen bij het onderwijs aan zieke leerlingen en mbo-studenten flexibeler in te richten en de continuïteit hiervan te waarborgen door de uitvoering landelijk te borgen en te beleggen bij een rechtspersoon in plaats van bij voormalige schoolbegeleidingsdiensten en universitaire medisch centra, en dat het wenselijk is de expertisefunctie op dit terrein eveneens te beleggen bij deze rechtspersoon;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten 2013 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. De begripsbepaling van «instelling» komt te luiden:
rechtspersoon die op grond van de artikelen 2, 3, 3a, 3b of 3c subsidie ontvangt;
2. In de alfabetische volgorde worden begripsbepalingen ingevoegd, luidende:
bevoegd gezag als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet voortgezet onderwijs 2020 of de Wet educatie en beroepsonderwijs;
zieke leerling als bedoeld in de artikelen 18a, vierde lid, van de Wet op de expertisecentra, 9a, vierde lid, van de Wet op het primair onderwijs of 2.46, vierde lid, van de Wet voortgezet onderwijs 2020 of zieke student als bedoeld in artikel 7.1.4, vierde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs die voldoet aan artikel 7.1.4, eerste lid, van die wet;
B
Na artikel 3b wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Onze Minister wijst een rechtspersoon aan die tot taak heeft:
a. het concretiseren van het landelijk beleid met betrekking tot het ondersteunen van het bevoegd gezag bij het onderwijs aan zieke leerlingen;
b. het ondersteunen en adviseren van het bevoegd gezag bij het onderwijs aan zieke leerlingen;
c. het vervullen van de expertise-functie met betrekking tot het ondersteunen van het bevoegde gezag bij het onderwijs aan zieke leerlingen;
d. het uitvoeren van onderzoek ter ondersteuning van de taken, genoemd in dit lid; en
e. het uitvoeren van aanvullende activiteiten die samenhangen met de taken, genoemd in dit lid.
2. Onze Minister kan de rechtspersoon, bedoeld in het eerste lid, subsidie verstrekken voor de taken, genoemd in het eerste lid.
3. Bij de uitoefening van de taken, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a tot en met c, verwerkt de rechtspersoon na instemming van de ouders van de zieke leerling persoonsgegevens, waaronder bijzondere persoonsgegevens als bedoeld in artikel 4, onderdeel 15 van de Algemene verordening gegevensbescherming, die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van die taken.
4. De bewaartermijn voor de verwerkte gegevens is in beginsel maximaal twee jaar nadat de ondersteuning aan de zieke leerling is aangevraagd, tenzij uit de aard van het ziektebeeld een langere termijn volgt.
5. De rechtspersoon is verplicht tot geheimhouding van de gegevens, bedoeld in het derde lid.
C
In artikel 4 wordt «en artikel 3, eerste lid, onderdelen a tot en met c, artikel 3a en artikel 3b» vervangen door: «de artikelen 3, eerste lid, onderdelen a tot en met c, 3a, 3b en 3c, eerste lid, onderdelen a tot en met e».
D
Na artikel 5a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Onze Minister maakt eenmaal per twee jaar voor 1 april een Kaderbrief SLOA onderwijsondersteuning zieke leerlingen bekend voor de taken, genoemd in artikel 3c, eerste lid. Deze kaderbrief heeft betrekking op de twee kalenderjaren die volgen op het jaar waarin de brief bekend wordt gemaakt.
2. In afwijking van het eerste lid, wordt de kaderbrief voor de eerste maal bekend gemaakt binnen dertien weken na inwerkingtreding van dit artikel.
E
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef van artikel 6 wordt «artikel 2 en artikel 3, en de taken, genoemd in artikel 3a en artikel 3b» vervangen door «de artikelen 2 tot en met 3c».
2. Onderdeel a komt te luiden:
a. de aanvraag niet past binnen de Kaderbrief SLOA voor SLO en Cito, de Kaderbrief SLOA internationalisering of de Kaderbrief SLOA onderwijsondersteuning zieke leerlingen, of
F
Artikel 7, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «artikel 3a en 3b,» vervangen door «artikel 3a, artikel 3b en artikel 3c, eerste lid, onderdelen a tot en met d,».
2. In onderdeel b wordt «en artikel 3, eerste lid, onderdeel d» vervangen door «, artikel 3, eerste lid, onderdeel d, en artikel 3c, eerste lid, onderdeel e».
G
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «artikel 2, eerste lid, onderdelen a tot en met c, en artikel 3, eerste lid, onderdelen a tot en met c» vervangen door «de artikelen 2, eerste lid, onderdelen a tot en met c, 3, eerste lid, onderdelen a tot en met c, en 3c, eerste lid, onderdelen a tot en met d».
2. In het tweede lid wordt «artikel 2, eerste lid, onderdeel d, en artikel 3, eerste lid, onderdeel d» vervangen door «de artikelen 2, eerste lid, onderdeel d, 3, eerste lid, onderdeel d, en 3c, eerste lid, onderdeel e».
H
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. «artikel 2 tot en met 3b,» wordt vervangen door «artikelen 2 tot en met 3c,».
2. Na «bijzondere omstandigheden» wordt ingevoegd: of bepalingen bij of krachtens de wet.
I
In artikel 10, eerste en tweede lid, wordt «de artikelen 2 tot en met 3b,» vervangen door «de artikelen 2 tot en met 3c,».
J
Artikel 12, eerste lid, komt te luiden:
1. Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de Wet onderwijsondersteuning zieke leerlingen aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van die wet in de praktijk.
Artikel 7.1.4 van de Wet educatie en beroepsonderwijs komt te luiden:
1. Het bevoegd gezag kan worden ondersteund bij het geven van beroepsonderwijs aan een zieke student, indien die student:
a. jonger is dan 23 jaar; en
b. geen startkwalificatie als bedoeld in de Leerplichtwet 1969 heeft behaald.
2. De ondersteuning wordt verzorgd door de rechtspersoon, bedoeld in artikel 3c, eerste lid, van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten 2013.
3. De ondersteuning kan ook bestaan uit het geven van onderwijs aan de zieke student, indien daarover overeenstemming bestaat tussen de rechtspersoon en de instelling waarbij de student is ingeschreven.
4. In dit artikel wordt onder zieke student verstaan: student die door ziekte die zich uit in lichamelijke klachten tijdelijk niet of tijdelijk niet volledig in staat is deel te nemen aan het beroepsonderwijs.
De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 18a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «een leerling die is opgenomen in een ziekenhuis of die in verband met ziekte thuis verblijft,» vervangen door «een zieke leerling».
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. De ondersteuning wordt verzorgd door de rechtspersoon, bedoeld in artikel 3c, eerste lid, van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten 2013.
3. In het derde lid wordt «de educatieve voorziening dan wel de schoolbegeleidingsdienst» vervangen door «de rechtspersoon».
4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. In dit artikel wordt onder zieke leerling verstaan:
leerling die door ziekte die zich uit in lichamelijke klachten tijdelijk niet of tijdelijk niet volledig in staat is deel te nemen aan het onderwijs.
B
Artikel 164 vervalt.
De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.4 vervallen het tweede tot en met vierde lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.
B
In artikel 2.1, eerste en tweede lid, vervalt «en titel 5».
C
Titel 5 van hoofdstuk II vervalt.
De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 9a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «een leerling die is opgenomen in een ziekenhuis of die in verband met ziekte thuis verblijft,» vervangen door «een zieke leerling».
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. De ondersteuning wordt verzorgd door de rechtspersoon, bedoeld in artikel 3c, eerste lid, van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten 2013.
3. In het derde lid wordt «de educatieve voorziening dan wel de schoolbegeleidingsdienst» vervangen door «de rechtspersoon».
4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. In dit artikel wordt onder zieke leerling verstaan:
leerling die door ziekte die zich uit in lichamelijke klachten tijdelijk niet of tijdelijk niet volledig in staat is deel te nemen aan het onderwijs.
B
Artikel 185 vervalt.
Artikel 2.46 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «leerlingen als bedoeld in artikel 2.45» vervangen door «zieke leerlingen».
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. De ondersteuning wordt verzorgd door de rechtspersoon, bedoeld in artikel 3c, eerste lid, van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten 2013.
3. In het derde lid wordt «de educatieve voorziening of de schoolbegeleidingsdienst» vervangen door «de rechtspersoon».
4. Het vierde lid komt te luiden:
4. In dit artikel wordt onder zieke leerling verstaan:
leerling die door ziekte die zich uit in lichamelijke klachten tijdelijk niet of tijdelijk niet volledig in staat is deel te nemen aan het onderwijs.
5. Het vijfde lid vervalt.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,