Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het wettelijk strafmaximum van deelneming aan een terroristische organisatie te verhogen als deze organisaties zich richten op het plegen van de meest ernstige terroristische misdrijven zodat meer recht wordt gedaan aan de ernst van die gedraging, en daartoe een bepaling van het Wetboek van Strafrecht te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 140a van het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. Indien een organisatie tot oogmerk heeft het plegen van terroristische misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een levenslange gevangenisstraf is gesteld, wordt het in het eerste lid bedoelde feit gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twintig jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie en Veiligheid,