Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 maart 2024
Hierbij bied ik u twee adviezen aan die abusievelijk niet zijn meegezonden bij de aanbieding van het rijkswetsvoorstel ter goedkeuring van het op 28 januari 1981 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens (Trb. 1988, 7) en van het op 10 oktober 2018 te Straatsburg tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens (Trb. 2018, 201 en Trb. 2023, 54) (Kamerstukken II 2023/24, 36455 (R2188)).
Het betreft twee bijlagen bij de memorie van toelichting, namelijk
− het op 3 september 2020 uitgebrachte advies van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten over het conceptrijkswetsvoorstel tot goedkeuring van het op 10 oktober 2018 te Straatsburg tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens; en
− het op 4 februari 2021 uitgebrachte advies van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) over het conceptrijkswetsvoorstel tot goedkeuring van het op 10 oktober 2018 te Straatsburg tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens.
De AP heeft zijn advies reeds gepubliceerd op de eigen website.1 Dit advies is dus al openbaar. Voor de volledigheid zenden wij het u alsnog toe.
De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot