Ontvangen 19 april 2024
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel H, onderdeel 2, wordt in het voorgestelde tweede lid «twee jaar voorafgaand aan inwerkingtreding van dit lid» vervangen door «per 1 januari 2022».
Met dit amendement wordt de ongelijke onderlinge kostenverdeling tussen woningen en niet-woningen in de categorie gebouwd voor de watersysteemheffing eerlijker gemaakt door een vervroegd peiljaar voor het bepalen van de tarieven vast te stellen. Tijdens de plenaire behandeling bleek bij meerdere fractie aarzeling ten aanzien van het te ver terug in de tijd gaan. Derhalve is in dit amendement gekozen voor peildatum 1 januari 2022. Ten opzichte van het voorstel van de Minister, die twee jaar voor inwerkingtreding – naar verwachting is dat 1 januari 2024 – aanwijst als peildatum, wordt hiermee in de ogen van indieners een eerlijkere balans gevonden tussen het mitigeren van een te hoog tarief voor woningen en een lastenverzwaring voor niet-woningen. De keuze voor 2022 in plaats van twee jaar voor inwerkingtreding van de wetswijziging hangt samen met de grote waardestijging van woningen vanaf 2022: op 1 januari 2023 was de gemiddelde WOZ-waarde van woningen 16,4% hoger dan op 1 januari 2022 (bron: CBS). Ook voor het jaar daarna wordt een grotere stijging van de WOZ-waarde van woningen ten opzichte van niet-woningen verwacht. Door 1 januari 2022 als peildatum aan te wijzen, werken deze kostenverhogingen voor woningeigenaren niet door in de toekomstige tarieven voor woningen binnen de categorie gebouwd.
Sneller Gabriëls