Voorgesteld 18 april 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de wijziging van de Waterschapswet uitgaat van hantering van het profijtbeginsel;
constaterende dat agrariërs werkzaamheden verrichten ten behoeve van het watersysteem of grond beschikbaar stellen ten behoeve van waterberging;
overwegende dat ook de andere categorieën heffingsplichtigen daar profijt van hebben;
verzoekt de regering om te onderzoeken hoe het leveren van diensten ten behoeve van het watersysteem door agrariërs verdisconteerd kan worden in de kostentoedeling van de waterschapslasten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Pierik
Vedder
Stoffer