Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 23 januari 2025
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in 2024 twee op de drie vrouwen tussen 13 en 24 aangeven slachtoffer te zijn geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag;
constaterende dat het aantal meldingen van seksuele intimidatie slechts een beperkt beeld geeft van de schaal waarop vrouwen last hebben van seksuele intimidatie, waarbij een groot deel zich op straat afspeelt;
overwegende dat er sinds juli een pilot loopt in Rotterdam, Arnhem en Utrecht om handhavers handelingsbevoegdheid te geven onder de Wet seksuele misdrijven, maar dat handhavers in andere steden niet bevoegd zijn om in te grijpen;
verzoekt de regering boa's nationaal handelingsbevoegd te maken onder de Wet seksuele misdrijven,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Werf
Michon-Derkzen
Mutluer