Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 augustus 2023
Graag verzoek ik uw Kamer om een spoedige behandeling van het wetsvoorstel dat meertalige dagopvang mogelijk maakt1. Indien het wetsvoorstel wordt aangenomen, is een tijdige inwerkingtreding vóór 1 februari 2024 van belang. Dit is de datum waarop het Tijdelijk besluit experiment meertalige dagopvang uiterlijk vervalt. Het is dan twee jaar na het einde van het experiment, de maximale periode waarbinnen de wetgeving moet zijn aangenomen.
Mede door vertraging vanwege COVID-19 zijn de resultaten van het experiment later beschikbaar gekomen dan gepland. Het kabinet heeft hierdoor ook later dan gepland besloten een structurele regeling te treffen. Hierdoor was het helaas niet mogelijk om het wetsvoorstel eerder aan uw Kamer aan te bieden.
Het experiment bood de mogelijkheid om kinderopvang in de Duitse, Engelse of Franse taal aan te bieden, voor maximaal 50% van de openingstijd. Voor organisaties die meededen aan het experiment, betekent een tijdige inwerkingtreding dat zij de meertalige dagopvang kunnen continueren. Dit is vertrouwd voor de kinderen, ouders en medewerkers. Indien de inwerkingtreding niet tijdig kan plaatsvinden, heeft dit consequenties voor de werkwijze van deze organisaties. Zij dienen zich dan tot het moment van structurele wetgeving te houden aan de Nederlandse taal als voertaal2, in plaats van bovengenoemde talen.
Ik hoop dat het mogelijk is bij uw planning rekening te houden met de wenselijkheid van een spoedige behandeling van het wetsvoorstel door zowel de Tweede als Eerste Kamer van de Staten-Generaal. Op deze wijze is er tijdig duidelijkheid voor de kinderopvangsector.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip