Ontvangen 4 maart 2024
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In het met artikel I, onderdeel A, voorgestelde artikel 2, eerste lid, onderdeel h, wordt na de onderdeelsaanduiding ingevoegd «bij algemene maatregel van bestuur aangewezen» en vervalt «, tenzij bij of krachtens de wet anders is bepaald».
In de Wet Implementatie Open Data Richtlijn wordt terecht stilgestaan bij de waarden van openheid én die van privacy. Openbare overheidsinformatie is van grote waarde voor de samenleving. Niet slechts in economische zin, maar juist ook op het gebied van transparantie en onderzoek. In de huidige implementatie van de Europese richtlijn wordt een voorzichtige benadering gekozen op het gebied van persoonsgegevens. Immers, het wetsvoorstel beoogt om gegevens zoveel mogelijk beschikbaar te maken voor hergebruik, voor zover dit geen ontoelaatbare inbreuk veroorzaakt op privacy. Zodoende worden persoonsgegevens in openbare registers uitgesloten van hergebruik.
Hiermee wordt in de afweging tussen openheid en privacy volledig overgeheld naar laatstgenoemde. Dat heeft gevolgen. Deze bepaling zorgt ervoor dat organisaties met een maatschappelijk belang (zoals journalistieke organisaties en onderzoeksinstellingen) hinder ondervinden doordat zij moeilijker tot geen gebruik kunnen maken van sommige openbare registers. Indiener stelt daarom voor om de genoemde bepaling omtrent het uitsluiten van persoonsgegevens voor hergebruik te laten vervallen, maar creëert tegelijkertijd de mogelijkheid dat specifieke registers middels een algemene maatregel van bestuur kunnen worden uitgezonderd, mocht dit vanwege redenen van privacy en persveiligheid noodzakelijk zijn.
Sneller