Ontvangen 14 mei 2024
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel 16 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
In de Wet politiegegevens wordt na artikel 16 een artikel ingevoegd, luidende:
1. Aan de Autoriteit, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Uitvoeringswet verordening terroristische online-inhoud, kunnen, voor zover dat noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn taken en bevoegdheden als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet bestuursrechtelijke aanpak online kinderpornografisch materiaal, politiegegevens worden verstrekt.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de verstrekking van politiegegevens ten behoeve van het bepaalde in het eerste lid.
In het advies van het College van PG bij het wetsvoorstel vroeg het Openbaar Ministerie (hierna: OM) een voorziening te treffen voor het uitwisselen van gegevens tussen de AKTM en de opsporing. Indiener stelt dat het niet ondenkbeeldig is dat onder omstandigheden de opsporing ook politiegegevens moet kunnen uitwisselen met de AKTM (en omgekeerd dat de AKTM relevante gegevens moet kunnen delen met de opsporing).
In de nota naar aanleiding van het verslag is in reactie op een vraag hierop als volgt door de regering gereageerd: Om er zeker van te zijn dat de politie altijd bij de ATKM kan melden dat zich op het openbare internet online kinderpornografisch materiaal bevindt, zal worden onderzocht waar een passende grondslag kan worden opgenomen.1
De indiener meent dat het belangrijk is dat de genoemde passende grondslag al in het voorliggende wetsvoorstel wordt gecreëerd. Dit amendement voorziet in deze grondslag.
Michon-Derkzen