Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de grondslag voor het verwerken van persoonsgegevens bij het gebruik van camera’s door de douane expliciet in de wet op te nemen en daarbij de waarborgen en voorwaarden hiervoor vast te leggen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In de Algemene douanewet worden na artikel 1:23 acht artikelen ingevoegd, luidende:
1. De inspecteur is bevoegd persoonsgegevens te verwerken bij het gebruik van camera’s.
2. De verwerking van de persoonsgegevens heeft tot doel:
a. het systematisch in kaart brengen van risico’s voor het uitvoeren van risicoanalyse in het kader van risicobeheer;
b. de blootstelling aan risico’s te beperken;
c. te bepalen of een douanecontrole moet worden ingesteld;
d. het ondersteunen van een douanecontrole.
3. De persoonsgegevens worden binnen het doel gebruikt om natuurlijke personen te identificeren voor zover dat noodzakelijk is voor de taak van de inspecteur bij de uitvoering van het gestelde bij of krachtens deze wet of voor de persoonlijke veiligheid van de betrokken ambtenaar of zijn directe omgeving.
4. De camera’s waarbij persoonsgegevens worden verwerkt, worden:
a. gericht zeewaarts, op de binnenwateren of de hoofdvaarwegen;
b. gericht op dan wel ingezet in of op de locaties, bedoeld in artikel 1:26, met uitzondering van in of op die locaties aanwezige woningen;
c. gericht op personen of vervoermiddelen die een risico met zich brengen; of
d. in dringende gevallen gericht op dan wel ingezet in of op andere locaties dan bedoeld in de onderdelen a of b na toestemming van een ambtenaar die daartoe bij regeling van Onze Minister van Financiën, in overeenstemming met Onze Minister wie het mede aangaat, is aangewezen.
5. Camera’s worden alleen gericht op dan wel ingezet in een militaire haven, militaire luchthaven of militair oefenterrein na verkregen schriftelijke toestemming van de hoofdgebruiker.
6. Wanneer de inspecteur gebruikmaakt van camera’s waarbij persoonsgegevens worden verwerkt, van personen of instellingen die geen inspecteur of ontvanger zijn, sluit hij daartoe een overeenkomst af met die personen of instellingen.
1. De inspecteur is bevoegd om camera’s te gebruiken waarbij bijzondere persoonsgegevens in de vorm van gegevens over de gezondheid worden verwerkt.
2. De camera’s worden gericht op reizigers als bedoeld in artikel 1:28, derde lid.
3. De verwerking heeft tot doel te bepalen of een douanecontrole moet worden ingesteld waaronder wordt begrepen het onderwerpen van de reiziger aan lijfsvisitatie.
1. De inspecteur is bevoegd in het kader van een douanecontrole van goederen die worden overgebracht van een opslagruimte voor tijdelijke opslag naar een andere opslagruimte voor tijdelijke opslag als bedoeld in artikel 148, vijfde lid, van het Douanewetboek van de Unie camera’s te gebruiken waarbij persoonsgegevens worden verwerkt.
2. De verwerking heeft tot doel te controleren of de goederen worden overgebracht naar de andere opslagruimte voor tijdelijke opslag.
3. In afwijking in zoverre van artikel 1:23a, vierde lid, worden de camera’s gericht op het vervoermiddel waarmee de goederen worden vervoerd.
1. De inspecteur is bevoegd in het kader van een douanecontrole van goederen die worden vervoerd nadat zij onder een bijzondere regeling als bedoeld in artikel 210 van het Douanewetboek van de Unie zijn geplaatst of worden vervoerd met toepassing van artikel 219 van het Douanewetboek van de Unie camera’s te gebruiken waarbij persoonsgegevens worden verwerkt.
2. De verwerking heeft tot doel te controleren of na vrijgave van de goederen deze worden overgebracht naar het douanekantoor van bestemming, de toegelaten geadresseerde, de locatie of de plaats die in de betreffende douaneaangifte of vergunning is vermeld.
3. In afwijking in zoverre van artikel 1:23a, vierde lid, worden de camera’s gericht op het vervoermiddel waarmee de goederen worden vervoerd.
1. De inspecteur is bevoegd in het kader van een douanecontrole van goederen die vallen onder de werking van Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake drugsprecursoren (PbEU 2004, L 47) en die worden vervoerd camera’s te gebruiken waarbij persoonsgegevens worden verwerkt.
2. De verwerking heeft tot doel te controleren of de goederen worden overgebracht naar een vergunninghouder, een geregistreerde marktdeelnemer of een afnemer die een afnemersverklaring heeft ondertekend of ter controle van een kennisgeving als bedoeld in die verordening.
3. In afwijking in zoverre van artikel 1:23a, vierde lid, worden de camera’s gericht op het vervoermiddel waarmee de goederen worden vervoerd.
1. De inspecteur is bevoegd in het kader van een douanecontrole van goederen die vallen onder de werking van Verordening (EU) 2019/1148 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 98/2013 (PbEU 2019, L 186) en die worden vervoerd camera’s te gebruiken waarbij persoonsgegevens worden verwerkt.
2. De verwerking heeft tot doel te controleren of de goederen worden overgebracht naar een vergunninghouder of ter controle van een melding als bedoeld in die verordening.
3. In afwijking in zoverre van artikel 1:23a, vierde lid, worden de camera’s gericht op het vervoermiddel waarmee de goederen worden vervoerd.
1. De inspecteur draagt zorg voor passende algemeen aanvaarde beveiligingsmaatregelen teneinde ongeautoriseerde toegang te voorkomen en draagt ervoor zorg dat de toegang tot de beelden tussen aanvang van de verwerking en de vernietiging alleen kunnen worden ingezien door speciaal daartoe gemandateerden.
2. De aanwezigheid van vaste camera’s waarbij persoonsgegevens zouden kunnen worden verwerkt wordt op duidelijke wijze kenbaar gemaakt.
3. De persoonsgegevens verkregen met camera’s worden zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen vier weken nadat ze zijn verkregen vernietigd, tenzij deze gegevens noodzakelijk zijn voor de afhandeling van de uitkomsten van een douanecontrole of indien de inspecteur ingevolge een bij of krachtens de wet bestaande verplichting gehouden is de gegevens te verstrekken. Persoonsgegevens noodzakelijk voor de afhandeling van de uitkomsten van een douanecontrole worden zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen vier weken nadat de beelden niet meer noodzakelijk zijn voor die uitkomsten, vernietigd.
4. Onze Minister van Financiën controleert minimaal eenmaal per jaar de uitvoering van de bij of krachtens de artikelen 1:23a tot en met 1:23g gegeven regels door middel van een audit op privacy- en integriteitsaspecten.
5. Onze Minister van Financiën stelt jaarlijks vóór 1 januari een cameraplan vast en publiceert dit in de Staatscourant.
Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld ter verzekering van de juiste uitvoering en toepassing van de artikelen 1:23a tot en met 1:23g. Daarbij worden in ieder geval regels gesteld met betrekking tot de inhoud van het cameraplan, waaronder de onderbouwing voor de inzet van de camera’s waarbij mogelijk persoonsgegevens worden verwerkt.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,