Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juni 2023
In het kader van het wetsvoorstel houdende Wijziging van de Wet publieke gezondheid tot incorporatie van de Regeling mpox B1 (Kamerstuk 36 291) hebben de leden Omtzigt en Pouw-Verweij een gewijzigd amendement ingediend dat covid-19 in artikel 1 van de Wet publieke gezondheid verplaatst naar groep B2.1 Met deze brief geef ik mijn appreciatie van dit amendement.
In het 146e OMT-advies (bijlage bij Kamerstuk 25 295, nr. 2023) is aangegeven dat Omikron en subvarianten grotendeels door de transitiefase heen zijn en de endemische fase is bereikt in Nederland. Daarbij heeft het OMT aangegeven de indeling in Groep A2 nog wel nodig te achten om landelijke regie te houden, zolang covid-19 door de World Health Organization (hierna: WHO) is aangemerkt als een public health emergency of international concern. Op 5 mei jl. heeft de WHO uitgesproken dat covid-19 niet langer een public health emergency of international concern is. Deze aankondiging geeft aanleiding tot het opnieuw bezien van de inschaling van covid-19. Daarbij moet ook worden bepaald of deze infectieziekte in groep B1, B2, of C dient te worden geplaatst, dan wel niet in één van de in de Wet publieke gezondheid genoemde groepen. Dit vergt een zorgvuldig proces.
Daarom is het RIVM gevraagd te adviseren in hoeverre de volksgezondheid vordert de A-status voor covid-19 te behouden en zo niet, of covid-19 tot een andere in de Wet publieke gezondheid genoemde groep behoort en welke groep dat in dat geval zou moeten zijn. Zoals gebruikelijk zal ik het advies naar uw Kamer sturen zodra ik dit heb ontvangen. Besluitvorming over de status van covid-19 vindt vervolgens plaats voor het zomerreces, waarover uw Kamer eveneens wordt geïnformeerd. In geval van afschaling zal in aansluiting op de gangbare procedure een wetsvoorstel tot wijziging van de Wet publieke gezondheid worden voorbereid. Uw Kamer zal derhalve via die wijze betrokken zijn bij de besluitvorming.
Dit proces komt overeen met de toezegging die ik in het debat over de ontwikkeling van het coronavirus d.d. 10 mei jl. aan het lid Omtzigt heb gedaan.
Het proces ten behoeve van de herziening van de A-status van covid-19 is dus reeds in gang gezet. Momenteel ben ik in afwachting van het advies van het RIVM. Ik benadruk dat het RIVM ook is gevraagd te reflecteren op de vraag of covid-19 in een andere groep dient te worden geplaatst en zo ja, welke. Het amendement loopt hierop vooruit en plaatst covid-19 in groep B2, zonder dat hieraan een gedegen epidemiologisch advies ten grondslag ligt. Om deze redenen ontraad ik dit amendement.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers