Ontvangen 25 april 2024
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel B, wordt na het voorgestelde artikel 98d, eerste lid, een lid ingevoegd, luidende:
1b. De schuldige wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien:
a. het feit, bedoeld in het eerste lid, in tijd van oorlog is gepleegd; of
b. door het feit, bedoeld in het eerste lid, zwaar lichamelijk letsel voor een ander ontstaat of de dood ten gevolge heeft.
II
In artikel II, onderdeel B, wordt na het voorgestelde artikel 104d, eerste lid, een lid ingevoegd, luidende:
1b. De schuldige wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien:
a. het feit, bedoeld in het eerste lid, in tijd van oorlog is gepleegd; of
b. door het feit, bedoeld in het eerste lid, zwaar lichamelijk letsel voor een ander ontstaat of de dood ten gevolge heeft.
Indiener is van mening dat het strafmaximum voor specifieke gevallen van spionageactiviteiten te laag is gezien de ernst van het feit. Daar komt bij dat de strafmaat bij de overige delicten in de betreffende titel (misdrijven tegen de veiligheid van de staat) veel hoger zijn en het voorgestelde strafmaximum daar totaal niet mee in verhouding staat. Dit amendement regelt strafverzwarende omstandigheden waar een maximumstraf van 12 jaren op komt te staan. Het betreft hier 1.) toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan een ander 2.) de dood ten gevolge, 3.) het feit is gepleegd ten tijde van oorlog.
Helder