Ontvangen 28 maart 2023
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «Radicalisering» vervangen door «radicalisering».
2. In onderdeel b vervalt «daarin».
B
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel e, wordt «Reclasseringsinstellingen» vervangen door «reclasseringsinstellingen».
2. In het eerste lid, onderdeel f, wordt «de Raad voor de Kinderbescherming» vervangen door «de raad voor de kinderbescherming».
3. In het derde lid wordt «onderscheidenlijke» vervangen door «onderscheidene».
C
In artikel 5, vijfde lid, wordt «onderscheidenlijke» vervangen door «onderscheidene».
D
In artikel 7, eerste lid, na «in die gemeente verblijft of heeft verbleven» ingevoegd «, onderscheidenlijk in die gemeente is gevestigd,».
E
Na artikel 22 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 22a. Inwerkingtreding
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Toelichting
A tot en met D
Met deze onderdelen zijn enkele redactionele verbeteringen aangebracht. In artikel 1 is beoogd dat alle definities met een kleine letter beginnen.
E
Dit onderdeel voegt een inwerkingtredingsbepaling toe aan het wetsvoorstel. Zonder een dergelijke bepaling treedt een wet in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van bekendmaking (artikel 10 Bekendmakingswet). Om bij de keuze van de datum rekening te kunnen houden met relevante omstandigheden, is het gewenst dat de inwerkingtredingsdatum wordt vastgelegd op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yesilgöz-Zegerius