Ontvangen 19 oktober 2022
De vaste commissie voor Digitale Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave |
blz. |
||
I. |
Algemeen deel |
1 |
|
1. |
Inleiding |
2 |
|
2. |
Onafhankelijk adviescollege |
2 |
|
3. |
Taakomschrijving Adviescollege ICT-toetsing |
3 |
|
4. |
Samenstelling van het Adviescollege |
4 |
|
5. |
Advies en consultatie |
4 |
|
6. |
Overig |
4 |
|
II. |
Artikelsgewijs |
5 |
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Regels omtrent de instelling van een adviescollege voor de algehele verbetering en beheersing van ICT-projecten en informatiesystemen bij de centrale overheid (Wet Adviescollege ICT-toetsing). Deze leden kunnen zich vinden in het wetsvoorstel en hebben hierover nog een enkele vraag en opmerking.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Deze leden zijn van mening dat een adviescollege voor de ICT-projecten en informatiesystemen zo onafhankelijk mogelijk zou moeten zijn en zijn dus positief jegens het wetsvoorstel. Wel willen deze leden de regering nog enkele vragen stellen.
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben daarover enkele vragen. Deze leden willen allereerst benadrukken dat het werk van het Adviescollege ICT-toetsing (hierna het Adviescollege) van grote waarde is. In de regel zouden de adviezen en aanbevelingen van het Adviescollege altijd opgevolgd moeten worden, voor zover dat niet al gebeurt. Ziet de regering mogelijkheden om dat verder te bevorderen, anders dan daartoe een harde verplichting op te nemen in de wet? Ziet de regering in dat kader nog mogelijkheden om de daadwerkelijke opvolging/implementatie van de adviezen en aanbevelingen van het Adviescollege toetsbaar te maken?
De leden van de CDA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel en steunen de inzet van het kabinet om het Adviescollege een permanente status te geven. Deze leden hebben nog enkele vragen over het wetsvoorstel.
De leden van de SP-fractie hebben de Wet Adviescollege ICT-toetsing gelezen en maken van de gelegenheid gebruik om nog enkele opmerkingen en vragen te maken. Deze leden erkennen de toegevoegde waarde van het Adviescollege en betreuren tegelijkertijd dat er binnen het Rijk niet voldoende kennis en kunde aanwezig lijkt te zijn om ICT-projecten uit te voeren. Deze leden vragen in dat kader hoe wordt gewaarborgd dat, zeker gezien de adviestaak van het Adviescollege, er wel voldoende toezicht blijft op de uitvoering van ICT-projecten en hoe dit toezicht nu praktisch en in theorie geregeld is. Wat is bijvoorbeeld nog de rol van de Minister van Binnenlandse Zaken?
De leden van de VVD-fractie merken op dat het permanente Adviescollege ICT-toetsing niet valt onder artikel 79 van de Grondwet en dat ook de Kaderwet adviescolleges niet van toepassing is. Wat voor soort adviescollege wordt dan het Adviescollege ICT-toetsing, zo vragen deze leden.
De leden van de CDA-fractie vragen of de regering een overzicht kan geven van de belangrijkste inhoudelijke wijzigingen in het wetsvoorstel ten opzichte van het Instellingsbesluit Adviescollege ICT-toetsing.
De leden van de VVD-fractie kunnen zich vinden in de reactie van de regering op het advies van de Raad van State waarin wordt ingegaan op de wettelijke verankering van de permanente status van het Adviescollege. Deze leden achten het van belang dat dit college onafhankelijk advies kan geven over ICT-aangelegenheden en zijn daarom ook voorstander van de onafhankelijke positionering van het adviescollege ICT-toetsing.
De leden van de D66-fractie lezen over de keuze van de regering voor een onafhankelijk adviescollege, om belangenverstrengeling of de schijn daarvan te voorkomen. Deze leden vragen waarom er voor deze organisatievorm is gekozen. Kan de regering dit toelichten? Is er ook onderzoek gedaan naar andere organisatievormen? Wat heeft de doorslag gegeven in de keuze voor een onafhankelijk adviescollege? Deze leden vragen wat de gevolgen zullen zijn van het buiten de ministeriële verantwoordelijkheid zetten van zo’n essentieel onderdeel van de reguliere bedrijfsvoering, graag een toelichting.
De leden van de SP-fractie ondersteunen de onafhankelijkheid van het Adviescollege. Tegelijkertijd merken deze leden op dat het van belang is dat het Adviescollege ook in praktijk in staat is hun taken uit te kunnen voeren. Kan hier nader op worden ingegaan? Kan het Adviescollege de huidige taak goed uitvoeren, qua middelen en capaciteit? Deze leden vragen hier ook naar met het oog op de toenemende ICT-vraag vanuit de overheid. In hoeverre kan er bijvoorbeeld ook bespaard worden op externe adviezen op het gebied van ICT, door dure consultancybureaus, als we het Adviescollege verder versterken? Als laatste vragen deze leden of het Adviescollege bijvoorbeeld ook toetst waarom en hoe het project «Open op Orde» zoveel meer gaat kosten. Zo nee, kan er toegelicht worden waarom hierover onder deze wet dan niet geadviseerd zou worden?
De leden van de D66-fractie hebben een aantal vragen over de taken van het Adviescollege. Deze leden lezen dat het Adviescollege adviseert op verzoek van de Eerste en Tweede Kamer en de verantwoordelijke Ministers. Ook kan het Adviescollege uit eigen beweging een type 2-en type 3-advies uitbrengen. Kan de regering toelichten waarom hiervoor is gekozen? Waarom kan het Adviescollege niet uit eigen beweging adviezen geven over een ICT-project of informatiesysteem van de politie of de Raad voor de rechtspraak? Daarnaast is het voor deze leden niet duidelijk welke overwegingen ten grondslag van de reikwijdte van de taken van het college liggen, dus over welke overheidsinstanties mag het college adviseren, en waarom en op basis waarvan zijn deze gekozen? Wat deze leden missen in het voorstel is een adviestaak betreffende ICT of digitalisering in wetgevingstrajecten. Steeds vaker worden er wetten gemaakt met een digitaal component (expliciet, en soms impliciet). Deze leden zien hier een rol voor het Adviescollege in, waarbij het Adviescollege, gevraagd of ongevraagd de Tweede Kamer of de regering kan adviseren over ICT in wetten, zoals algoritmes. Hoe kijkt de regering hier tegenaan? Is de regering bereid dit ook in overweging te nemen? Zo nee, kan de regering dan uitleggen waarom niet?
De leden van de PVV-fractie vragen of dit wetsvoorstel in voldoende mate «toekomst-proof» is, met name gezien de uitbreiding van het takenpakket en de werklast van het Adviescollege. Kan de regering daar een reflectie op geven? Moet de eerste evaluatie van deze wet niet eerder plaatsvinden dan over vier jaar? Aangezien het Adviescollege al «up en running» is en er dus geen sprake is van een aanlooptijd zien deze leden liever een evaluatie over twee jaar.
De leden van de CDA-fractie lezen in de toelichting dat departementen verplicht zijn om projecten met een ICT-component van meer dan vijf miljoen euro aan te melden voor advies van het Adviescollege. Deze leden lezen in de jaarrapportage 2021 van het Adviescollege dat dit heeft geleid tot 43 adviesaanvragen en 14 uitgebrachte adviezen. Deze leden constateren dat dus over tweederde van de aanvragen geen advies wordt uitgebracht. Deze leden hechten net als de regering veel waarde aan het advies van het Adviescollege en vragen daarom of de regering het wenselijk acht dat het Adviescollege over alle aanvragen advies uitbrengt. Deze leden vragen verder waarom er nu niet over alle aanvragen advies wordt uitgebracht. Deze leden maken zich in toenemende mate zorgen over de strategische autonomie van Nederland en Europa, niet in de laatste plaats op het gebied van digitale technologie. Deze leden vragen daarom of het Adviescollege in haar adviezen op dit moment aandacht heeft voor deze problematiek, bijvoorbeeld als het gaat om de aanbesteding en inkoop van ICT-hardware en/of software afkomstig uit landen buiten Europa. Deze leden vragen of regering het met hen eens is dat hier aandacht voor moet zijn, en of hierover bijvoorbeeld in de taakomschrijving of werkwijze van het Adviescollege kaders opgenomen zouden moeten worden.
De leden van de SP-fractie willen graag van de gelegenheid gebruik maken enkele verduidelijkende vragen te stellen. Zo vragen deze leden waarom het Adviescollege geen advies uitbrengt over ICT of informatiesystemen die onderdeel zijn van een wapensysteem van Defensie. Tevens vragen deze leden waarom er is gekozen voor een grens van vijf miljoen euro, voor ICT-projecten waarover geadviseerd wordt door het Adviescollege. Waarom is dit bijvoorbeeld geen twee of drie miljoen euro?
De leden van de PVV-fractie vragen of de regering kan aangeven of een eenmalige herbenoeming van vier jaar niet een mogelijke belemmering kan blijken, aangezien de juiste expertise en voldoende mankracht voor het Adviescollege de komende jaren een lastige opgave zal zijn en het dus van belang is om bestaande expertise te behouden. Moet er in het wetsvoorstel niet een mogelijkheid open gehouden worden voor een tweede herbenoeming, van desnoods twee jaar?
De leden van de CDA-fractie constateren dat de regering, bij monde van de Staatssecretaris Digitalisering, in het debat over informatiehuishouding op 13 april 20221 heeft aangegeven dat tijdens de behandeling van dit wetsvoorstel nader gesproken zou moeten worden over de vraag of het Adviescollege voldoende omvang en capaciteit heeft. Deze leden vragen of de regering op dit moment vindt dat het Adviescollege voldoende omvang heeft. Deze leden vragen of het aantal uitgebrachte adviezen ten opzichte van het aantal aanvragen aanleiding geeft om uitbreiding van het Adviescollege te overwegen. Zo ja, hoeveel extra capaciteit is er nodig?
De leden van de SP-fractie vragen naar onderliggende onderbouwing van het afwijken van de benoemingstermijn. Er wordt aangegeven dat dit te maken heeft met de snelle ontwikkelingen op ICT-gebied maar deze leden vinden deze onderbouwing te mager. Er zijn immers veel meer terreinen waar ontwikkelingen snel gaan. Daarbij valt er ook iets te zeggen voor continuïteit in adviezen en de meerwaarde van ervaring.
De leden van de CDA-fractie lezen in de reactie van de politie dat hun zorgen over de taakuitbreiding van het Adviescollege voortkomen uit het gesignaleerde gebrek aan capaciteit en vragen of de regering hier nog op kan reflecteren, aangezien deze leden dit missen in de toelichting.
De leden van de D66-fractie hebben tot slot nog vragen over de evaluatie van deze wetswijziging. Kan de regering aangeven wat de evaluatietermijn is? Hoe gaat de regering het functioneren van het Adviescollege evalueren?
Artikel VII
De leden van de PVV-fractie vragen wat de definitie is van «onderhoud- en beheersactiviteiten van een informatiesysteem», zoals bedoeld in artikel 7 lid 1 sub 3. Kan de regering aangeven welk soort activiteiten hieronder vallen? Wat is de reden dat dit begrip niet duidelijker omschreven wordt in de wet?
De voorzitter van de commissie, Kamminga
De adjunct-griffier van de commissie, Van Tilburg