Vastgesteld 11 oktober 2022
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 29 september 2022 voorgelegd aan de Minister voor Klimaat en Energie. Bij brief 7 oktober 2022 zijn ze door de Minister voor Klimaat en Energie beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, A. Mulder
De griffier van de commissie, Nava
1
Waarom is er in de vorige suppletoire begroting niet voldoende budget vrijgemaakt voor alle rondes van de IPCEI Waterstof in 2022?
Antwoord
In februari zijn de middelen voor IPCEI (Important Projects of Common European Interest) golf 1 middels de vierde incidentele suppletoire begroting (ISB) vervroegd beschikbaar gesteld. Dit betrof € 35 miljoen die het demissionaire kabinet heeft vrijgemaakt. Ten tijde van het opstellen van de begroting voor 2022 werd nog gewacht op het aantreden van een nieuw kabinet, waardoor niet direct alle middelen voor volgende golven konden worden vrijgemaakt.
Reden voor de ISB was dat de deadline voor het indienen van projecten bij de Europese Commissie om in aanmerking te komen voor officiële IPCEI status (notificatie) begin dit voorjaar was. Hierdoor was een snelle openstelling van de subsidieregeling noodzakelijk om mee te kunnen blijven doen aan IPCEI.
In de REPowerEU mededeling van maart j.l zijn de deadlines voor het notificeren van IPCEI golven 2 en 3 versneld. Een eis voor het meedoen aan IPCEI en het openen van een subsidieregeling is dat er middelen beschikbaar zijn. Dit betekende dat in dit geval het afwachten van de reguliere besluitvorming rond het Klimaatfonds te laat zou zijn voor het openen van de subsidieregeling en het meedoen aan IPCEI golven 2 en 3.
2
Kan inzichtelijk worden gemaakt op welke wijze het budget uit de derde golf wordt verspreid over de jaren 2023 t/m 2027?
Antwoord
Op dit moment kan nog niet met zekerheid gezegd worden hoe de verdeling van het budget voor IPCEI golf 3 er gedurende de jaren 2023 tot 2027 uitziet. De spreiding van het budget is afhankelijk van de definitieve projectplannen die zullen worden ingediend voor de subsidieregeling en de selectie van projecten die subsidie zullen ontvangen. Naar verwachting wordt de subsidieregeling dit jaar nog opengesteld (alleen toegankelijk voor projecten die in 2020 zijn geselecteerd bij de IPCEI-waterstof interessepeiling) en zal volgend jaar een selectie van projecten die subsidie ontvangen bekend worden. Wel kan worden gezegd dat het subsidieplafond van € 600 mln niet overschreden zal worden.
3
Over welke periode kunnen met het clawbackmechanisme middelen worden teruggevorderd om over-subsidiering te voorkomen?
Antwoord
Het clawbackmechanisme is van toepassing voor de duur van het project waar steun voor wordt gevraagd onder het IPCEI-kader. De claw back is van toepassing op projecten met een subsidievraag van tenminste € 50 miljoen. Indien uit de gerealiseerde cijfers blijkt dat het project een overschot aan subsidie heeft ontvangen, dan zal 60% van de te veel ontvangen subsidie teruggevorderd worden. Dit zal jaarlijks door RVO getoetst worden.
De werking van het clawbackmechanisme staat vast voor IPCEI golf 2. De Europese Commissie werkt nog aan het definitieve mechanisme voor de volgende IPCEI golven.
4
Zullen er na deze suppletoire begroting nog meer additionele middelen moeten worden vrijgemaakt voor de IPCEI Waterstof in 2022?
Antwoord
Nee. Er zullen geen additionele middelen geclaimd worden voor de IPCEI-waterstof golven vanuit EZK. De middelen voor IPCEI golven 2 en 3 zijn vervroegd beschikbaar gemaakt middels een ISB om mee te kunnen lopen met het Europese proces. Deze middelen zullen vanaf volgend jaar uitgegeven worden. De middelen voor IPCEI golf 4 zijn in de besluitvorming beschikbaar gemaakt voor 2023, waardoor er in dat jaar een subsidieregeling geopend kan worden.