Ontvangen 21 december 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Aan artikel 8, eerste lid, wordt de volgende zinsnede toegevoegd: , alsmede ten aanzien van maatregelen op grond van artikel 10a, met de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten.
II
Na artikel 10 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
In plaats van zelf een verwijderingsbevel uit te vaardigen ten aanzien van een aanbieder van hostingdiensten als bedoeld in artikel 2 van de verordening, die zijn hoofdvestiging in Nederland heeft of waarvan zijn wettelijke vertegenwoordiger zijn verblijf- of vestigingsplaats in Nederland heeft, verzoekt de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat aan de Autoriteit om dit verwijderingsbevel uit te vaardigen.
Toetsing van buitenlandse verwijderingsbevelen vooraf in plaats van achteraf wordt met dit amendement de norm. Hiermee blijft het mogelijk om terroristische online-inhoud in andere lidstaten aan te pakken, maar met behoud van de nationale bevoegdheden. De indiener is van mening dat de regering geen uitvoering heeft gegeven aan de Motie van de leden Van Nispen en van Toorenburg over verzet tegen een verwijderingsbevel uit andere lidstaten (Kamerstukken II, 22 112, nr. 2724). Met dit amendement wil de indiener voorkomen dat buitenlandse bevoegde autoriteiten aan hostingdiensten in Nederland verwijderingsbevelen uitvaardigen zonder tussenkomst van de Nederlandse autoriteiten. Door het verwijderingsbevel om te zetten in een verwijderingsverzoek aan de op te richten Autoriteit Online Terroristische en Kinderpornografisch materiaal blijft deze Nederlandse autoriteit exclusief bevoegd voor het uitvaardigen van verwijderingsbevelen in Nederland.
Leijten