Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is maatregelen te treffen om trustdienstverlening met hoge integriteitrisico’s te verbieden;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet toezicht trustkantoren 2018 wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Het begrip «doorstroomvennootschap» vervalt.
2. In de begripsomschrijving van «trustdienst» vervalt onderdeel c en worden de onderdelen d tot en met f geletterd c tot en met e.
B
Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Het is eenieder met zetel in Nederland verboden om beroeps- of bedrijfsmatig gebruik te maken van doorstroomvennootschappen ten behoeve van een cliënt.
2. Onder doorstroomvennootschap wordt verstaan een rechtspersoon of vennootschap die tot dezelfde groep behoort als degene die gebruik maakt van deze rechtspersoon of vennootschap ten behoeve van een cliënt.
C
In artikel 5, eerste lid, wordt na «artikel 3, eerste tot en met derde lid» ingevoegd «, artikel 3a, eerste lid,».
D
Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid vervalt.
2. De aanduiding «2.» voor de tekst vervalt.
E
Artikel 23a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt aan het slot van onderdeel a «of».
2. Aan het eerste lid worden onder vervanging van de punt door een puntkomma twee onderdelen toegevoegd, luidende:
c. staten die op grond van artikel 9 van de vierde anti-witwasrichtlijn, in gedelegeerde handelingen van de Europese Commissie, zijn aangewezen als staten met een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme; of
d. staten die door de Raad van de Europese Unie, op grond van de Conclusies van de Raad over de criteria en het proces voor de opstelling van de EU-lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (PbEU 2016, C 461), zijn aangewezen als jurisdicties die niet-coöperatief zijn op belastinggebied.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Een trustkantoor voldoet binnen drie maanden aan het eerste lid, gerekend vanaf het moment waarop een land is toegevoegd aan een lijst als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c of d.
F
Artikel 28 vervalt.
G
De artikelen 29 tot en met 30a worden vernummerd tot 28 tot en met 30.
H
Artikel 28 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt «trustdienst d» vervangen door «trustdienst c».
2. In het eerste lid wordt «onderdeel d» vervangen door «onderdeel c».
I
Artikel 29 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt «trustdienst e» vervangen door «trustdienst d».
2. In het eerste lid wordt «onderdeel e» vervangen door «onderdeel d».
J
In artikel 30 (nieuw) wordt «onderdeel f» vervangen door «onderdeel e».
K
Artikel 33, eerste lid, komt te luiden:
1. Een trustkantoor verricht in aanvulling op paragraaf 4.2 verscherpt cliëntenonderzoek indien de zakelijke relatie of trustdienst naar zijn aard een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme met zich brengt.
L
Artikel 36 vervalt.
M
Aan artikel 55 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Het eerste en tweede lid laten ten aanzien van degene op wie het tweede lid van toepassing is, onverlet de toepasselijkheid van de bepalingen van het Wetboek van Strafvordering.
In artikel 1, onder 2°, van de Wet op de economische delicten wordt in de zinsnede met betrekking tot de Wet toezicht trustkantoren 2018 na «3,» ingevoegd «3a,» en vervallen «30a,» en «36,».
Trustkantoren met zetel in Nederland die over een vergunning beschikken als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Wet toezicht trustkantoren 2018, voldoen binnen zes maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen B en E, van deze wet aan de artikelen 3a en 23a, eerste lid, onderdelen c en d, van de Wet toezicht trustkantoren 2018.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Financiën,