Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter implementatie van richtlijn (EU) 2019/1151 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht (PbEU 2019, L 186) noodzakelijk is Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het notarisambt te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 175 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Een vennootschap kan worden opgericht bij elektronische notariële akte door een of meer onderdanen van een lidstaat van de Europese Unie.
2. Voor de toepassing van lid 1 kan gebruik worden gemaakt van een modelakte van oprichting als bedoeld in artikel 53c van de Wet op het notarisambt.
3. Indien een vennootschap uitsluitend wordt opgericht door een of meer natuurlijke personen die gebruikmaken van de in lid 2 bedoelde modelakte van oprichting, wordt de oprichting door de notaris afgewikkeld binnen vijf werkdagen en in andere gevallen binnen tien werkdagen, te rekenen vanaf de meest recente van de volgende data: de datum waarop is voldaan aan alle vormvereisten voor oprichting van een vennootschap bij elektronische notariële akte of de datum van storting op de aandelen.
4. Indien de oprichting niet kan worden afgerond binnen de termijn bedoeld in lid 3 stelt de notaris de oprichters in kennis van de redenen voor de vertraging.
5. Uiterlijk bij de oprichting, indien deze langs elektronische weg plaatsvindt, verklaren personen die bestuurder of commissaris willen worden of aan hen als bestuurder of gewezen bestuurder van een rechtspersoon een bestuursverbod is opgelegd in een andere lidstaat, verband houdend met de omstandigheid dat tijdens of in de drie jaren voorafgaand aan het uitspreken van het faillissement van die rechtspersoon:
a. door de rechter bij onherroepelijke uitspraak is geoordeeld dat de bestuurder voor zijn handelen of nalaten bij die rechtspersoon aansprakelijk is;
b. de bestuurder doelbewust namens die rechtspersoon rechtshandelingen heeft verricht, toegelaten of mogelijk gemaakt waardoor schuldeisers aanmerkelijk zijn benadeeld en die bij onherroepelijk geworden uitspraak door de rechter zijn vernietigd;
c. de bestuurder, ondanks een verzoek van de curator, in ernstige mate is tekortgeschoten in de nakoming van zijn informatie- of medewerkingsverplichtingen jegens de curator;
d. de bestuurder, hetzij als zodanig, hetzij als natuurlijke persoon handelend in de uitoefening van een beroep of bedrijf, ten minste tweemaal eerder betrokken was bij een faillissement van een rechtspersoon en hem daarvan een persoonlijk verwijt treft; of
e. aan die rechtspersoon of de bestuurder ervan een boete is opgelegd wegens het opzettelijk niet, onjuist of onvolledig doen van belastingaangifte, het opzettelijk bijdragen aan het heffen van een te laag bedrag aan belastingen, of het opzettelijk niet, gedeeltelijk niet, dan wel niet binnen de in de belastingwet gestelde termijn betalen van verschuldigde belasting en deze uitspraak onherroepelijk is.
6. Tot bestuurder of commissaris van de vennootschap kunnen geen personen worden benoemd die hebben verklaard dat zij in een andere lidstaat een bestuursverbod opgelegd hebben gekregen op een of meer van de gronden genoemd in lid 5, voor de duur van het in die andere lidstaat opgelegde bestuursverbod.
B
Artikel 176 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
2. Voor de toepassing van artikel 175a lid 1 kan, in afwijking van de eerste volzin van lid 1, de akte van oprichting van de vennootschap worden verleden in de Engelse taal.
3. Voor de toepassing van artikel 175a lid 1 wordt aan de eis van een schriftelijke volmacht als bedoeld in de tweede volzin van lid 1 voldaan indien de volmacht elektronisch is verleend als bedoeld in artikel 53f van de Wet op het notarisambt.
C
Aan artikel 191a wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. In afwijking van lid 1 kan bij oprichting bij elektronische notariële akte geen andere inbreng dan in geld overeen worden gekomen.
De Wet op het notarisambt wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel 53 wordt een titel ingevoegd, luidende:
Voor de toepassing van deze titel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PbEU 2014, L 257);
a. een elektronisch identificatiemiddel dat is uitgegeven op grond van een stelsel voor elektronische identificatiemiddelen met betrouwbaarheidsniveau hoog als bedoeld in artikel 8, tweede lid onderdeel c, van de eidas-verordening; of
b. een elektronisch identificatiemiddel dat is uitgegeven in een andere lidstaat van de Europese Unie op grond van een stelsel voor elektronische identificatiemiddelen met betrouwbaarheidsniveau hoog als bedoeld in artikel 8, tweede lid onderdeel c, van de eidas-verordening, en dat ten behoeve van de grensoverschrijdende authenticatie is erkend overeenkomstig artikel 6, eerste lid, van de eidas-verordening;
de notariële akte, bedoeld in artikel 53b;
richtlijn (EU) 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht (PbEU 2017, L 169);
richtlijn (EU) 2019/1151 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht (PbEU 2019, L 186);
het systeem voor gegevensverwerking, bedoeld in artikel 53d.
Deze titel is van toepassing op de notariële akte van oprichting van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, bedoeld in artikel 175, tweede lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, indien de vennootschap wordt opgericht bij elektronische notariële akte als bedoeld in artikel 175a, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
1. Het bestuur van de KNB wijst een model aan als bedoeld in artikel 13 nonies van richtlijn 2017/1132/EU in ten minste een officiële taal van de Unie die zoveel mogelijk grensoverschrijdende gebruikers grotendeels begrijpen.
2. Het model, bedoeld in het eerste lid, wordt ter beschikking gesteld door middel van een openbaar toegankelijk door de KNB beheerd informatieportaal.
1. De notaris is aangesloten op een door de KNB beheerd systeem voor gegevensverwerking.
2. Het systeem voor gegevensverwerking heeft tot doel de totstandkoming van een elektronische notariële akte mogelijk te maken.
3. Binnen het systeem voor gegevensverwerking worden persoonsgegevens, waaronder het burgerservicenummer verwerkt voor zover dit noodzakelijk is voor een goede uitvoering van deze wet en op deze wet berustende bepalingen.
4. Het systeem voor gegevensverwerking biedt in ieder geval de mogelijkheid tot:
a. het ondertekenen van de elektronische notariële akte;
b. de identificatie van partijen, getuigen, tolken en gevolmachtigden door middel van een elektronisch identificatiemiddel en de verificatie van hun identiteit;
c. het tot stand brengen van een directe beeld- en geluidverbinding tussen de verschijnende personen, getuigen en de notaris, die een natuurgetrouwe weergave biedt van wat zich op dat moment afspeelt in de ruimtes waarin de verschijnende personen, getuigen en de notaris zich bevinden;
d. het ondertekenen van de elektronische volmacht, bedoeld in artikel 53f, eerste lid;
e. het online betalen door middel van een online betaaldienst die voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 13 sexies van richtlijn 2017/1131/EU;
f. het verzamelen van de gegevens, bedoeld in artikel 3, vierde lid, van richtlijn 2019/1151/EU.
5. Het systeem voor gegevensverwerking:
a. is betrouwbaar;
b. is beveiligd tegen onbevoegd gebruik;
c. voldoet aan de meest recente internationale en nationale standaarden; en
d. stelt de partijen, getuigen, tolken en gevolmachtigden en de notaris in staat te voldoen aan de bij of krachtens de wet gestelde eisen ten aanzien van de elektronische notariële akte en de totstandkoming hiervan.
6. Bij verordening worden nadere regels gesteld ten aanzien van het systeem voor gegevensverwerking, in ieder geval ten aanzien van de vereisten, bedoeld in het vijfde lid.
1. De ondertekening, bedoeld in artikel 37, tweede lid, eerste volzin, van een elektronische notariële akte vindt plaats via het systeem voor gegevensverwerking door het gebruik van een elektronische handtekening.
2. Bij verordening worden nadere regels gesteld ten aanzien van de elektronische handtekening, bedoeld in het eerste lid.
1. Een volmacht tot medewerking aan een elektronische notariële akte wordt ten overstaan van de notaris die de elektronische notariële akte passeert, via het systeem voor gegevensverwerking verleend aan een onder diens verantwoordelijkheid werkzame persoon. De artikelen 53e en 53g zijn van overeenkomstige toepassing.
2. De elektronische volmacht waaraan verschijnende personen hun bevoegdheid ontlenen als bedoeld in het eerste lid wordt aan de akte gekoppeld.
1. In afwijking van artikel 39, eerste lid, tweede volzin, stelt de notaris de identiteit van de personen die voor hem verschijnen vast aan de hand van een elektronisch identificatiemiddel via het systeem voor gegevensverwerking. Personen en getuigen kunnen aan de notaris verschijnen door het gebruik van een directe beeld- en geluidverbinding als bedoeld in artikel 53d, vierde lid, onderdeel c.
2. Het eerste lid is niet van toepassing indien de notaris in een individueel geval om de fysieke aanwezigheid van de partijen bij de akte verzoekt omdat hij redenen heeft om te vermoeden dat identiteitsfraude is gepleegd met het oog op de verificatie van de identiteit, en dit gerechtvaardigd is vanwege redenen van algemeen belang, namelijk het voorkomen van identiteitsmisbruik of -wijziging als bedoeld in artikel 13ter, vierde lid, van richtlijn 2017/1131/EU.
3. Het eerste lid, tweede volzin, is niet van toepassing indien de notaris in een individueel geval om de fysieke aanwezigheid van de partijen bij de akte verzoekt omdat hij redenen heeft om te vermoeden dat de regels inzake handelingsbekwaamheid en vertegenwoordigingsbevoegdheid niet worden nageleefd, en dit gerechtvaardigd is vanwege redenen van algemeen belang, namelijk het waarborgen van de regels inzake de handelingsbekwaamheid van partijen en hun bevoegdheid om een vennootschap te vertegenwoordigen als bedoeld in artikel 13 octies, achtste lid, van richtlijn 2017/1131/EU.
1. De plaats waar de elektronische notariële akte is verleden, bedoeld in artikel 40, tweede lid, onderdeel e, is de plaats op het grondgebied van Nederland waar de notaris voor wie de elektronische notariële akte wordt verleden zich bevindt.
2. De vermelding van het tijdstip van de ondertekening van de akte door de notaris, bedoeld in artikel 40, derde lid, vindt plaats door het gebruik van een gekwalificeerde elektronische tijdstempel als bedoeld in artikel 3, onderdeel 34, van de eidas-verordening.
1. In afwijking van artikel 41, tweede lid, wordt de inhoud van de elektronische notariële akte, van de elektronische volmacht, bedoeld in artikel 53f, eerste lid, en van overige elektronische bijlagen, duurzaam gesteld in een bij verordening aan te wijzen documentstandaard, die de betrouwbaarheid, de uitleesbaarheid en de beschikbaarheid van de inhoud waarborgt en voldoet aan de meest recente nationale of internationale standaarden. De aanwijzing vindt ten minste iedere vijf jaar plaats.
2. Indien conversie van de inhoud van een verleden elektronische notariële akte, van een verleende elektronische volmacht, bedoeld in artikel 53f, eerste lid, en van overige elektronische bijlagen naar een andere documentstandaard noodzakelijk is om de duurzaamheid hiervan te waarborgen vindt conversie hiervan plaats naar een bij verordening aan te wijzen andere documentstandaard. Bij verordening worden regels gesteld over de wijze waarop deze conversie plaatsvindt. Na conversie is de elektronische notariële akte waarvan de inhoud is gesteld in de daartoe aangewezen documentstandaard de minuut van deze elektronische notariële akte.
3. In afwijking van artikel 12, eerste en tweede lid, bewaart de notaris minuten van elektronische notariële akten die tot zijn protocol behoren, elektronische volmachten bedoeld in artikel 53f, eerste lid, en overige elektronische bijlagen bij de KNB. De KNB heeft geen inzage in de in de eerste volzin bedoelde minuten van elektronische notariële akten, elektronische volmachten en overige elektronische bijlagen.
4. In afwijking van artikel 12, derde lid, worden bij verordening nadere regels gesteld ten aanzien van het bij de KNB bewaren van minuten van elektronische notariële akten, elektronische volmachten, bedoeld in artikel 53f, eerste lid, en overige elektronische bijlagen, alsmede regels met betrekking tot de wijze waarop de toegang van de notaris tot zijn protocol is gewaarborgd.
1. Artikel 43, derde lid, tweede volzin en vierde lid, derde volzin en artikel 45, eerste lid zijn niet van toepassing op de elektronische notariële akte.
2. Ten aanzien van artikel 43, vierde lid, vijfde volzin, geldt dat met het aanbrengen van het uur en de minuut van die ondertekening wordt gelezen het aanbrengen van het gekwalificeerde elektronische tijdstempel als bedoeld in artikel 53h, tweede lid.
3. Artikel 45, tweede lid, is van toepassing, met dien verstande dat ten aanzien van de tweede volzin de notaris niet een aantekening op de oorspronkelijke akte stelt, maar een aantekening aan de oorspronkelijke akte koppelt onder vermelding van datum en repertoriumnummer van dit proces-verbaal.
4. Artikel 52, tweede en derde lid, is niet van toepassing op de elektronische handtekening, bedoeld in artikel 53e, eerste lid.
Onverminderd artikel 55, eerste lid, worden de vergoedingen voor de oprichting van een besloten vennootschap langs elektronische weg als bedoeld in artikel 175a, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van artikel 13 quinquies van richtlijn 2017/1132/EU, op niet discriminerende wijze toegepast.
Indien het bij koninklijke boodschap van 19 juni 2018 ingediende voorstel van wet Algemene regels inzake het elektronisch verkeer in het publieke domein en inzake de generieke digitale infrastructuur (Wet digitale overheid) (Kamerstukken 34 972) tot wet is of wordt verheven en artikel 9 van die wet:
a. eerder in werking treedt of is getreden dan artikel II, onderdeel A van deze wet, wordt in artikel II, onderdeel A, in artikel 53a, in de definitie van «elektronisch identificatiemiddel», in onderdeel a, na «artikel 8, tweede lid onderdeel c, van de eidas-verordening» ingevoegd «en is aangewezen of erkend op grond van artikel 9 van de Wet digitale overheid»;
b. later in werking treedt dat artikel II, onderdeel A, van deze wet, wordt in artikel 53a van de Wet op het notarisambt, in de definitie van «elektronisch identificatiemiddel», in onderdeel a, na «artikel 8, tweede lid onderdeel c, van de eidas-verordening» ingevoegd «en is aangewezen of erkend op grond van artikel 9 van de Wet digitale overheid».
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven,
De Minister voor Rechtsbescherming,