Ontvangen 28 januari 2022
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel IV wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «zusters, voogden en curatoren» vervangen door «zusters en curatoren».
2. In het tweede lid wordt «bloedverwant, voogd of curator» vervangen door «bloedverwant of curator».
B
Na artikel XL wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XLA
Artikel V van de Wet van 6 juli 2004 tot aanpassing van de Auteurswet 1912, de Wet op de naburige rechten en de Databankenwet ter uitvoering van richtlijn nr. 2001/29/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PbEG L 167) (Stb. 2004, 336) vervalt.
C
In artikel XLII wordt na onderdeel U een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ua
In artikel 491, tweede lid, wordt «meer dan tweeëndertig uren» vervangen door «meer dan twintig uren» en wordt «die afzonderlijk of gezamenlijk meer belopen dan € 200» vervangen door «die afzonderlijk of gezamenlijk meer belopen dan € 115».
D
Na artikel XLV wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel XLVa
Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet Justitie en Veiligheid 2022.
Met deze nota van wijziging wordt een viertal wijzigingen van technische aard aan het wetsvoorstel toegevoegd. De wijzigingen worden in het navolgende afzonderlijk toegelicht.
Onderdeel A
In artikel 1:51 van het Burgerlijk Wetboek wordt de verwijzing naar de voogd als bevoegde persoon die een voorgenomen huwelijk kan stuiten, geschrapt. Tot 5 december 2015 mocht een minderjarige geen huwelijk aangaan zonder toestemming van zijn ouders en de minderjarige, die onder voogdij stond, had bovendien de toestemming van zijn voogd nodig. Sinds de inwerkingtreding van de Wet tegengaan huwelijksdwang per 5 december 2015 moeten beide aanstaande echtgenoten die een huwelijk willen sluiten altijd de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en zijn de mogelijkheden voor minderjarigen om een huwelijk te sluiten, vervallen. Daarmee kan een persoon als voogd van een minderjarige een voorgenomen huwelijk ook niet meer stuiten.
Onderdeel B
Met deze wijziging wordt de in artikel V van de Wet van 6 juli 2004 tot aanpassing van de Auteurswet 1912, de Wet op de naburige rechten en de Databankenwet ter uitvoering van richtlijn nr. 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PbEG L 167) (Stb. 2004, 336) opgenomen doorlopende evaluatieverplichting geschrapt. Dit artikel is in onbruik geraakt. De bepalingen die met de genoemde wet zijn uitgevoerd, dienen geheel ter implementatie van Europeesrechtelijke verplichtingen. Eventuele evaluatie hoort op Europees niveau plaats te vinden.
Onderdeel C
De voorgestelde wijziging van artikel 491, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering hangt samen met de recente verdere invoering van de strafbeschikking voor jeugdige verdachten. De strafbeschikking neemt na deze invoering de plaats in van de transactie ter voorkoming van verdere vervolging. De op dit moment bepaalde grenzen om bij het uitvaardigen van een strafbeschikking de jeugdige uit te nodigen om te worden gehoord met bijstand van een raadsman, worden met deze wijziging weer in lijn gebracht met de praktijk voor de toekenning van rechtsbijstand in gevallen waarin aan de jeugdige een transactievoorstel werd gedaan.
Onderdeel D
Hoewel aan het eind van het opschrift van het onderhavige wetsvoorstel reeds een citeertitel werd vermeld, bevatte het wetsvoorstel nog geen bepaling waarmee die citeertitel formeel aan het wetsvoorstel werd toegekend. Met de onderhavige wijziging wordt een dergelijke bepaling alsnog ingevoegd.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yesilgöz-Zegerius