Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State d.d. 16 juni 2021 en het nader rapport d.d. 3 december 2021, aangeboden aan de Koning door de Minister van Economische Zaken en Klimaat. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 19 maart 2021, no. 2021000511, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende wijziging van de Mededingingswet in verband met aanpassing van de bepalingen over markt en overheid, met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen inhoudelijke opmerkingen bij het voorstel.
De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.
De Afdeling adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 19 maart 2021, nr. 2021000511, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 16 juni 2021, nr. W18.21.0085/IV, bied ik U hierbij aan.
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. Naar aanleiding van een redactionele opmerking van de Raad van State betreffende de opname van recente jurisprudentie over de toepassing van het zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel bij algemeen-belangbesluiten is de paragraaf waarin dit kader uiteen wordt gezet, aangevuld. Tevens is de financiële paragraaf in de memorie van toelichting aangepast om inzichtelijker te maken wat de financiële gevolgen van dit wetsvoorstel zijn.
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok
– In de toelichting, bij de bespreking van de motiverings- en zorgvuldigheidseisen, ook ingaan op de meer recente rechtspraak van de rechtbank Rotterdam en het College van Beroep voor het bedrijfsleven over de toepassing van het zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel bij algemeen-belangbesluiten. Vgl. o.a. CBb 18 december 2018 (ECLI:NL:CBB:2018:660 en 661), CBb 23 juli 2019 (ECLI:NL:CBB:2019:294) en CBb 6 april 2021 (ECLI:NL:CBB:2021:373).