Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 11 november 2021

De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het voorstel van wet genoegzaam voorbereid.

Inhoudsopgave

blz.

   

ALGEMEEN DEEL

1

Inleiding

1

Inhoud

2

Uitvoerings- en handhavingsgevolgen

3

Financiële gevolgen

4

Advies en consultatie

4

ALGEMEEN DEEL

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel Tijdelijke regels ter uitvoering van de SIS-verordening grenscontroles en de SIS-verordening politiële en justitiële samenwerking in strafzaken (hierna: het wetsvoorstel). Deze leden vinden het belangrijk dat de toegang tot de Schengen Informatie Systeem (SIS)-database optimaal functioneert om bijvoorbeeld terroristen te kunnen opsporen en illegale migratie tegen te gaan. Voornoemde leden hebben daarbij nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van voorliggend wetsvoorstel. Zij hebben nog enkele vragen. Deze leden constateren dat dit wetsvoorstel beoogt tijdelijke regels vast te stellen ter uitvoering van de SIS-verordeningen, zodat het SIS volledig kan worden gebruikt, vooruitlopend op de inwerkingtreding van de in voorbereiding zijnde Uitvoeringswet EU-verordeningen grenzen en veiligheid. Voornoemde leden vragen de regering toe te lichten waarom de Uitvoeringswet EU-verordeningen grenzen en veiligheid niet eerder is ingediend, zodat deze tijdelijke regels niet nodig waren geweest.

De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden onderschrijven de noodzaak tot grensoverschrijdende samenwerking vanwege het wegvallen van de landsgrenzen in het Schengengebied. Toch hebben zij diverse vragen vanwege de samenhang met de Uitvoeringswet EU-verordeningen grenzen en veiligheid en de inhoud van deze wet.

Voornoemde leden lezen dat de regering aangeeft dat de Tweede Kamer over enkele weken een grotere uitvoeringswet kan verwachten in het kader van grensoverschrijdende samenwerking op het terrein van grensbewaking, migratie en justitie. Via die wet zullen acht verordeningen en het SIS geïmplementeerd worden. De regering geeft daarbij aan dat volledig gebruik van het SIS, zoals dat per eind februari 2022 is voorzien, waarschijnlijk niet zal worden gehaald. Daarom ligt dit wetsvoorstel voor SIS nu voor. De leden van de SP-fractie zijn benieuwd waarom dit probleem niet bij de andere acht verordeningen speelt. Geldt daar bijvoorbeeld een latere implementatiedatum of acht de regering het gebruik van die andere verordeningen minder relevant? Over welke acht verordeningen gaat het eigenlijk?

Inhoud

De leden van de VVD-fractie vragen of mogelijkerwijs beleids- en/of uitvoeringsverschillen kunnen ontstaan nadat de tijdelijke regels ter uitvoering van de SIS-verordening worden vervangen door de Uitvoeringswet EU-verordeningen grenzen en veiligheid.

Deze leden vernemen dat een deel van de bepalingen in de SIS-verordeningen aan de nationale wetgever overgelaten worden. Zij vernemen graag, buiten het genoemde voorbeeld uit artikel 45, eerste lid, welke bepalingen dit betreffen, hoe deze worden ingevuld door de regering en hoe die zich zullen verhouden tot andere landen in de Europese Unie (EU).

Voornoemde leden hebben kennisgenomen van de beoogde delegatie in de toekomstige Uitvoeringswet EU-verordeningen grenzen en veiligheid. Daarbij wordt beoogd bij algemene maatregel van bestuur (AMvB) de aanwijzing van de nationaal bevoegde autoriteiten te kunnen regelen. Daarbij vragen de aan het woord zijnde leden wat een aanleiding kan zijn voor het wijzigen van een taak van een nationaal bevoegde autoriteit in de toekomst en zij verzoeken de regering hierop in te gaan.

Voorts verzoeken de leden van de VVD-fractie de regering een nadere uitleg te geven bij het verschil tussen «toegang», «bevraging» en «doorzoeking» door de Nederlandse autoriteiten, daar de Franse en Engelse taalversie lijken te spreken van «doorzoeking» en de regering lijkt uit te gaan van «bevraging». Begrijpen deze leden het goed dat bijvoorbeeld Franse en Engelse autoriteiten meer mogen/kunnen dan de Nederlandse autoriteiten?

Voornoemde leden vinden het belangrijk dat de SIS-database op zowel de politiële als de justitiële samenwerking als voor de grenscontroles goed toegankelijk is. In welke mate vormt de Algemene verordening gegevensbescherming een belemmering voor een optimale (internationale) samenwerking en optimale grenscontroles?

De leden van de D66-fractie constateren dat in de Nederlandse taalversie van de SIS-verordening grenscontroles wordt geschreven over het recht op rechtstreekse bevraging van het SIS, en in de SIS-verordening politiële en justitiële samenwerking in strafzaken over het recht op rechtstreekse doorzoeking van het SIS. In de memorie van toelichting wordt uitgelegd dat in de Engelse taalversie van beide verordeningen consistent als terminologie «the right to search directly» wordt gebruikt, wat de regering vervolgens interpreteert als het recht op «rechtstreekse bevraging». In het wetsvoorstel wordt zodoende dus ook alleen gesproken van «bevraging». Voornoemde leden merken op dat het hen logischer voorkomt «to search directly» als «doorzoeking» te interpreteren. Deze leden vragen de regering daarom een nadere toelichting op haar vertaalkeuze. Kan de regering nagaan wat de redenen waren in de ene verordening van «bevraging» te spreken en in de andere van «doorzoeking»? Kan de regering nagaan of deze verschillende terminologieën niet toch een verschil in bevoegdheden impliceren?

De aan het woord zijnde leden lezen in de memorie van toelichting dat bij de in voorbereiding zijnde Uitvoeringswet EU-verordeningen grenzen en veiligheid, conform het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: de Afdeling), gedelegeerd zal worden naar een AMvB voor de aanwijzing van de nationaal bevoegde autoriteiten, in plaats van een ministeriële regeling. In reactie op de Afdeling zegt de regering zich enkel voor te nemen de nationaal bevoegde autoriteiten aan te wijzen bij AMvB. Deze leden vragen of de regering kan toezeggen dat dit daadwerkelijk zal gebeuren.

Over de inhoud hebben de leden van de SP-fractie ook diverse vragen. Zij constateren dat het SIS al jaren actief is. Kan de regering toelichten welke wijzigingen er eigenlijk optreden ten opzichte van het huidige informatiesysteem? Kan de regering toelichten wat het verschil is tussen het recht op toegang tot het SIS en het recht op bevraging van het SIS? Gaat het hier feitelijk om het recht om informatie aan het SIS toe te voegen en het recht om informatie in het SIS te doorzoeken?

De aan het woord zijnde leden lazen in de ambtelijke nota, die als bijlage bij de memorie van toelichting is gevoegd, dat de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is geadviseerd niet alle argumenten van de Afdeling met betrekking tot het creëren van een wettelijke grondslag voor de aanwijzing van nationale bevoegde autoriteiten te onderschrijven vanwege de mogelijke bredere betekenis daarvan. In die nota wordt later toegelicht dat bij eerdere implementatiewetten namelijk niet voor een wettelijke grondslag is gekozen wanneer de nationale bevoegde autoriteiten werden aangewezen. Kan de regering dit toelichten? Welke keuze wordt straks gemaakt bij de Uitvoeringswet EU-verordeningen grenzen en veiligheid?

Daarnaast is het voornoemde leden opgevallen dat de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel geen toegang krijgt tot het SIS. Of krijgen zij toegang als onderdeel van de politie?

Uitvoerings- en handhavingsgevolgen

De leden van de VVD-fractie lezen in artikel 34, eerste lid, onderdeel c van de SIS-verordening grenscontroles en in artikel 44, eerste lid, onderdeel c van de SIS-verordening politiële en justitiële samenwerking in strafzaken dat bepaalde instanties toegang krijgen tot de SIS-database voor grenscontroles, indien sprake is van ernstige strafbare feiten. Welke strafbare feiten worden aangemerkt als ernstige strafbare feiten? In welke mate is een nationale interpretatie mogelijk van het begrip «ernstige strafbare feiten»? Voornoemde leden vragen de regering eveneens in te gaan op de vraag in welke mate wijkt Nederland hierin af van bijvoorbeeld landen als Frankrijk en Duitsland.

Financiële gevolgen

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de implementatiekosten. Zij vragen of na het van kracht worden van de andere bepalingen eind februari 2022 opnieuw wijzigingen in bijvoorbeeld informatiesystemen aangebracht worden en of die wijzigingen kosten met zich meebrengen. Zo ja, om welke kosten gaat dit?

De leden van de SP-fractie constateren dat de regering aangeeft dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken 0,5 miljoen euro moet investeren om vingerafdrukken op posten af te kunnen nemen. Dit wordt nergens in dit wetsvoorstel toegelicht. Kan de regering toelichten van wie vingerafdrukken afgenomen gaan worden en met welk doel? Vinden met deze wet nog meer van deze wezenlijke wijzigingen plaats die niet in de memorie van toelichting zijn opgenomen?

Advies en consultatie

De leden van de VVD-fractie vragen welke opmerkingen de Autoriteit Persoonsgegevens heeft gemaakt, evenals de redactionele opmerking, en verzoeken de regering deze opmerkingen met de Tweede Kamer te delen.

De fungerend voorzitter van de commissie, Van Meenen

De adjunct-griffier van de commissie, Burger