Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is te voorzien in tijdelijke regels ter uitvoering van de SIS-verordening grenscontroles en de SIS-verordening politiële en justitiële samenwerking in strafzaken tot de in voorbereiding zijnde uitvoeringswetgeving in verband met de EU-verordeningen grenzen en veiligheid in werking treedt;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
het Schengeninformatiesysteem, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van SIS-verordening grenscontroles en artikel 4, eerste lid, van SIS-verordening politiële en justitiële samenwerking in strafzaken;
Verordening (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van grenscontroles, tot wijziging van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen en tot wijziging en intrekking van Verordening (EG) nr. 1987/2006 (PbEU 2018, L 312);
Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging en intrekking van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie (PbEU 2018, L 312).
Recht op toegang tot gegevens in het Schengeninformatiesysteem en het recht tot rechtstreekse bevraging daarvan hebben:
a. Onze Minister van Justitie en Veiligheid ten behoeve van de doelen, genoemd in artikel 34, eerste lid, onderdeel d, en tweede lid, van de SIS-verordening grenscontroles en artikel 44, eerste lid, onderdeel d, en tweede lid, van de SIS-verordening politiële en justitiële samenwerking in strafzaken;
b. Onze Minister van Buitenlandse Zaken ten behoeve van de doelen, genoemd in artikelen 34, eerste lid, onderdeel f, vierde lid, en 41, zesde lid, van de SIS-verordening grenscontroles;
c. het openbaar ministerie ten behoeve van de doelen, genoemd in artikel 34, eerste lid, onderdeel c, van de SIS-verordening grenscontroles en artikel 44, eerste lid, onderdeel c, en derde lid, van de SIS-verordening politiële en justitiële samenwerking in strafzaken;
d. de politie ten behoeve van de doelen, genoemd in artikel 34, eerste lid, onderdelen a tot en met e, van de SIS-verordening grenscontroles en artikel 44, eerste lid, onderdelen a tot en met e, van de SIS-verordening politiële en justitiële samenwerking in strafzaken;
e. de Koninklijke marechaussee ten behoeve van de doelen, genoemd in artikel 34, eerste lid, onderdelen a en c tot en met e, van de SIS-verordening grenscontroles en artikel 44, eerste lid, onderdelen a en c tot en met e, van de SIS-verordening politiële en justitiële samenwerking in strafzaken;
f. de bijzondere opsporingsdiensten, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten, ten behoeve van de doelen, genoemd in artikel 34, eerste lid, onderdeel c, van de SIS-verordening grenscontroles en artikel 44, eerste lid, onderdeel c, van de SIS-verordening politiële en justitiële samenwerking in strafzaken;
g. de Passagiersinformatie-eenheid, bedoeld in artikel 5 van de Wet gebruik van passagiersgegevens voor de bestrijding van terroristische en ernstige misdrijven, ten behoeve van de doelen, genoemd in artikel 34, eerste lid, onderdeel c, van de SIS-verordening grenscontroles en artikel 44, eerste lid, onderdeel c, van de SIS-verordening politiële en justitiële samenwerking in strafzaken; en
h. de Douane ten behoeve van de doelen, genoemd in artikel 34, eerste lid, onderdeel b, van de SIS-verordening grenscontroles en artikel 44, eerste lid, onderdeel b, van de SIS-verordening politiële en justitiële samenwerking in strafzaken.
Recht op toegang tot gegevens in het Schengeninformatiesysteem hebben:
a. de Dienst wegverkeer ten behoeve van de doelen, genoemd in artikelen 45, eerste lid, en 46, eerste lid, van de SIS-verordening politiële en justitiële samenwerking in strafzaken; en
b. de politie ten behoeve van het doel, genoemd in artikel 47, eerste lid, van de SIS-verordening politiële en justitiële samenwerking in strafzaken de politie.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,