Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State d.d. 30 juni 2021 en het nader rapport d.d. 7 september 2021, aangeboden aan de Koning door de Minister van Financiën, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 17 juni 2021, nr. 2021001168 machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 30 juni 2021, nr. W06.21.0160/III bied ik U hierbij aan, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming.
De tekst van het advies treft u hieronder aan, voorzien van mijn reactie.
Bij Kabinetsmissive van 17 juni 2021, no. 2021001168, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet in verband met de implementatie van de richtlijn betreffende de uitgifte van gedekte obligaties en het overheidstoezicht op gedekte obligaties (Implementatiewet richtlijn gedekte obligaties), met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen inhoudelijke opmerkingen bij het voorstel.
De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.
De redactionele opmerkingen zijn overgenomen.
De Afdeling adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vicepresident van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om het voorstel van wet aan te vullen met twee rechtsgrondslagen ten behoeve van het verkrijgen van informatie door DNB (artikel 3:33a, vijfde lid, en artikel 3:33ba, derde lid) en een aantal wetstechnische verbeteringen aan te brengen. De memorie van toelichting is in verband hiermee eveneens aangepast.
Ik verzoek U, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
– In artikel 3:33b, eerste lid, verwijzen naar richtlijn herstel en afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen (richtlijn nr. 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad, PbEU 2014, L 173).
– In artikel 3:33b, eerste lid, en artikel 3:33ba, eerste en tweede lid, terugverwijzen naar artikel 3:33a, eerste lid, om te verduidelijken dat deze bepalingen enkel van toepassing zijn op banken met zetel in Nederland.