Kamerstuk 35897-18

Motie van het lid Maatoug over ambtshalve kwijtschelding van restschuld als er geen sprake is van aantoonbare opzet of grove schuld

Dossier: Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2022)

Gepubliceerd: 11 november 2021
Indiener(s): Senna Maatoug (GL)
Onderwerpen: organisatie en beleid sociale zekerheid werk
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35897-18.html
ID: 35897-18

48,7 %
51,3 %

PvdA

Fractie Den Haan

BIJ1

SP

BBB

SGP

PVV

GL

Volt

VVD

CU

DENK

CDA

Groep Van Haga

D66

PvdD

Omtzigt

FVD

JA21


Nr. 18 MOTIE VAN HET LID MAATOUG

Voorgesteld 11 november 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat gemeenten, UWV en SVB tot voor kort gedurende tien jaar niet mochten instemmen met een schuldregeling tegen finale kwijting, wanneer sprake was van schending van de inlichtingenplicht;

constaterende dat daardoor vele mensen na een schuldregeling van drie jaar alsnog een openstaande schuld moesten aflossen;

constaterende dat een jaar geleden een amendement is aangenomen dat dit verbod beperkt tot vorderingen waarbij sprake is van aantoonbare opzet of grove schuld;

van mening dat de mensen die nu na een schuldregeling nog een restschuld hebben, waarbij geen sprake was van aantoonbare opzet of grove schuld, óók kwijtschelding verdienen en niet opnieuw een schuldregeling zouden moeten aanvragen;

verzoekt de regering er bij de uitvoeringsorganisaties erop aan te dringen dat in deze gevallen ambtshalve kwijtschelding wordt verleend,

en gaat over tot de orde van de dag.

Maatoug