Ontvangen 13 oktober 2021
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In het opschrift wordt «Het niet-indexeren van het basiskinderbijslagbedrag en het extra bedrag van de kinderbijslag» vervangen door «Het recht op kinderbijslag beperken tot een maximum inkomen van € 200.000».
II
In de beweegreden wordt «de indexering van het basiskinderbijslagbedrag en het extra bedrag van de kinderbijslag in de Algemene Kinderbijslagwet over de jaren 2022, 2023 en deels over 2024 achterwege te laten» vervangen door «het recht op kinderbijslag te beperken tot een inkomen van maximaal € 200.000 over de jaren 2022, 2023 en deels over 2024».
III
Artikel I komt te luiden:
Na artikel 7a van de Algemene Kinderbijslagwet wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De verzekerde heeft geen recht op kinderbijslag overeenkomstig de bepalingen van deze wet indien het verzamelinkomen, bedoeld in artikel 2.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001, van de verzekerde en dat van zijn partner als bedoeld in artikel 3 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, tezamen het bedrag van € 200.000 te boven gaat.
2. Dit artikel vervalt met ingang van 1 januari 2025.
Indiener is van mening dat het niet indexeren van de kinderbijslag een volstrekt onrechtvaardige dekking is van broodnodige investeringen in het UWV. Mocht besloten worden de kinderbijslag als dekkingsgrond aan te wenden, dan geniet het de sterke voorkeur van de indiener om de rekening te laten betalen door ouders die de kinderbijslag toch niet of nauwelijks zullen missen, en daarmee ouders voor wie een tientje indexering heel veel geld is te ontzien. Daarom wil indiener voor de jaren waarin de kinderopvang met het voorliggende wetsvoorstel niet geïndexeerd zou worden, de kinderbijslag voor inkomens boven € 200.000 helemaal laten vervallen, zodat gezinnen met wat minder geld gewoon hun geïndexeerde kinderbijslag krijgen.
Kwint