Ontvangen 26 september 2022
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In de beweegreden wordt na «dat het daarbij wenselijk is gegevensuitwisselingen aan te wijzen waarbij gegevens via een elektronische infrastructuur tussen zorgverleners worden gedeeld of benaderd» ingevoegd «en waarbij gegevens met cliënten kunnen worden gedeeld».
II
In artikel 1.1 wordt in alfabetische rangschikking een begripsbepaling ingevoegd, luidende:
een app of website waarmee een cliënt onder meer kopieën van gegevens over zijn gezondheid kan verzamelen, beheren of delen;
III
In artikel 1.2 wordt na «zorgverleners» ingevoegd «en het delen van gegevens over een cliënt tussen zorgverleners en cliënten».
IV
Artikel 1.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt na «gegevens» ingevoegd «tussen zorgverleners en met persoonlijke gezondheidsomgevingen».
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voor het doel, bedoeld in artikel 1.2, eisen worden gesteld die er toe leiden dat bij een aangewezen gegevensuitwisseling door de zorgverlener op een veilige en betrouwbare wijze gegevens met een persoonlijke gezondheidsomgeving worden gedeeld.
V
Na artikel 2.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De zorgaanbieder ziet erop toe dat, als bij of krachtens artikel 1.4, vijfde lid, eisen zijn gesteld, de onder hem ressorterende zorgverlener bij het delen van gegevens met een persoonlijke gezondheidsomgeving voldoet aan die eisen, tenzij het eisen betreffen die zien op persoonlijke gezondheidsomgevingen.
2. Artikel 1, zesde en zevende lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg zijn van overeenkomstige toepassing.
VI
Artikel 4.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt «artikel 2.1» vervangen door «artikelen 2.1 en 2.2».
2. In het eerste en tweede lid, vierde lid, onderdeel b, en vijfde lid, onderdeel a, wordt «artikel 2.1» vervangen door «de artikelen 2.1 en 2.2».
VII
In paragraaf 7 wordt voor artikel 7.2 een artikel ingevoegd, luidende:
In de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg wordt na artikel 15e een artikel ingevoegd, luidende:
1. In dit artikel wordt onder persoonlijke gezondheidsomgeving verstaan: een persoonlijke gezondheidsomgeving als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg.
2. Een zorgaanbieder ziet er op toe dat op verzoek van de cliënt de onder hem ressorterende zorgverlener de relevante gegevens over de cliënt deelt met een persoonlijke gezondheidsomgeving, als de persoonlijke gezondheidsomgeving waar de cliënt gebruik van maakt, aantoonbaar voldoet aan de eisen die bij of krachtens artikel 1.4, vijfde lid, van de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg zijn gesteld.
Op basis van Artikel 15d van de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg zijn zorgaanbieders verplicht om de cliënt op zijn verzoek te voorzien van een afschrift van het dossier op elektronische wijze. Hoe dat moet is niet bepaald. De Wegiz biedt naar mening van de indieners de kans om zorgaanbieders te verplichten om dit via persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO’s) te doen.
De indieners beogen met dit amendement er voor te zorgen dat zorgaanbieders er op toe moeten zien dat een aangewezen gegevensuitwisseling ook altijd te benaderen is vanuit persoonlijke gezondheidsomgevingen. De Minister wijst een afsprakenstelsel voor het veilig en betrouwbaar uitwisselen van gezondheidsgegevens tussen zorggebruikers en zorgverleners aan, dat eisen stelt aan persoonlijke gezondheidsomgevingen en ICT-systemen van zorgaanbieders voordat zij via het stelsel informatie kunnen uitwisselen. De indieners zijn van mening dat momenteel MedMij hiervoor een geschikt afsprakenstelsel biedt.
Met dit amendement wordt vastgelegd dat zorgverleners de voor de cliënt relevante gegevens in principe uitwisselen met de PGO die de cliënt gebruikt, indien de PGO’s aan eisen voldoen die er toe leiden dat bij een aangewezen gegevensuitwisseling gegevens door de zorgverlener aan een persoonlijke gezondheidsomgeving op een veilige en betrouwbare wijze worden gedeeld. Deze eisen kunnen los gesteld worden van de eisen die gesteld worden aan de elektronische uitwisseling van gegevens tussen zorgverleners. Hiervoor is gekozen, omdat het op dit moment technisch nog niet alle gegevens goed kunnen worden uitgewisseld met een PGO, en de elektronische gegevensuitwisseling tussen zorgverleners niet afhankelijk gesteld moet worden van de gegevensuitwisseling met cliënten. Daarom is voorzien in een groeipad: duidelijk is dat dit wel de uiteindelijke stip op de horizon is.
Het is aan zorgaanbieders om te bepalen of een PGO voldoende heeft aangetoond dat voldaan wordt aan de gestelde eisen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als een PGO het MedMij label heeft, of, als eventueel voor een ander afsprakenstelsel gekozen wordt, een ander soort label. Als de PGO niet voldoende heeft aangetoond dat voldaan wordt aan de eisen, is er geen verplichting om gegevens te delen met een PGO.
Van den Berg Paulusma