Ontvangen 30 maart 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel 2.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Zorgaanbieders ontvangen een eenmalige tegemoetkoming in de kosten om te voldoen aan de regels gesteld bij of krachtens deze wet.
2. De Nederlandse Zorgautoriteit bepaalt de hoogte van deze bijdrage, aan de hand van bij ministeriële regeling te bepalen criteria.
Voor succesvolle implementatie van de Wegiz is het belangrijk dat de juiste randvoorwaarden zijn ingericht. Zodat de gewenste veranderingen ook tijdig en goed uitvoerbaar zijn voor betrokken zorgaanbieders. Uitgangspunt in het huidige wetsvoorstel is dat de kosten waar mogelijk uit de bedrijfsvoeringskosten worden betaald (paragraaf 8.1.1, memorie van toelichting). Daarbij wordt een tevoren uit te voeren maatschappelijk kosten-baten-analyse (MKBA) genoemd.
Maar een MKBA geeft naar mening van de indiener nog geen houvast voor de organisatie die moet investeren in verandering, aangezien er geen conclusie is over de bekostigingswijze (die idealiter afgestemd moet zijn op de huidige bekostigingsmethodiek, verschillende implementatiestappen, de bedrijfsvoering van de aanbieder in de betreffende sector, etc). Onduidelijkheid over (eventuele) hoge (investerings-)kosten kan als een drempel worden ervaren. Het is daarom naar mening van de indiener wenselijk dat in de wet duidelijkheid wordt gegeven over het proces en het afwegingskader wanneer de benodigde investering niet redelijkerwijs verwacht kan worden (geheel) voor rekening van zorgaanbieders te komen.
Gezien de grootte van de operatie vindt de indiener het reëel dat zorgaanbieders (eenmalig) ondersteund worden om de doelen van het wetsvoorstel te bereiken. Daarvoor is wel een betaaltitel nodig in de wet op basis waarvan de NZa een tarief kan bepalen. Met dit amendement wordt deze betaaltitel in de wet vastgelegd.
Van den Berg