Ontvangen 28 april 2021
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
Na artikel 58e wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld ter zake van de aanwijzing van gebieden door Onze Minister, bedoeld in de artikelen 58nb, 58nh, 58p en 58pa, waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen:
a. hoogrisicogebieden, zijnde gebieden ter zake waarvan uitsluitend de verplichting van artikel 58p of 58pa geldt;
b. zeer hoogrisicogebieden en uitzonderlijk hoogrisicogebieden, zijnde gebieden ter zake waarvan zowel de verplichting van artikel 58p of 58pa als de verplichting van artikel 58nb of 58nh geldt, maar ten aanzien waarvan onderscheid kan worden gemaakt bij de categorieën van personen die van deze verplichtingen kunnen worden uitgezonderd.
2. De regels, bedoeld in het eerste lid, behelzen in ieder geval de volgende indicatoren:
a. de incidentie van het virus SARS-CoV-2 in een gebied;
b. de incidentie van zorgwekkende varianten van het virus SARS-CoV-2 in een gebied;
c. het ontbreken van gegevens over de epidemiologische situatie rond het virus SARS-CoV-2 in een gebied.
II
In artikel I, onderdeel B, wordt na het voorgestelde artikel 58nc, eerste lid, een lid ingevoegd, luidende:
1a. De verplichting, bedoeld in artikel 58nb, eerste lid, is voorts niet van toepassing op personen die voor inreis hebben verbleven in een door Onze Minister aangewezen zeer hoogrisicogebied als bedoeld in artikel 58ea, eerste lid, aanhef en onderdeel b, indien zij middels een bewijs van vaccinatie tegen covid-19 dat voldoet aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden kunnen aantonen dat zij op het moment van inreizen gevaccineerd waren volgens bij die regeling te bepalen minimumeisen.
Dit amendement beoogt om in het voorliggend wetsvoorstel duidelijkere kaders op te nemen welke vormen van hoogrisicogebieden er zijn, omdat hiervoor verschillende plichten gelden. In de tweede plaats beoogt dit amendement om personen die kunnen aantonen dat zij volledig gevaccineerd zijn (hierna: gevaccineerden) gericht uit te zonderen van de quarantaineplicht als bedoeld in de artikelen 58nb en 58nh.
Volgens de memorie van toelichting en de nota naar aanleiding van het verslag zijn meerdere typen hoogrisicogebieden mogelijk. Daarbij wordt gesproken over hoogrisicogebieden en zeer hoogrisicogebieden. Voor de eerste categorie geldt de testplicht, voor de tweede de testplicht én quarantaineplicht. De definiëring wordt in voorliggend wetsvoorstel alleen geregeld in lagere regelgeving. Indieners achten het opportuun dit onderscheid wettelijk te verankeren, en daarbij middels dit amendement ook duidelijk te maken welke indicatoren hiervoor in ieder geval bepalend zijn. Voorts voegen indieners met dit amendement een derde categorie toe: uitzonderlijk hoogrisicogebieden. Dat zijn gebieden waarvoor de testplicht én quarantaineplicht geldt, en waar tevens onderscheid kan worden gemaakt bij de categorieën personen die van deze verplichtingen kunnen worden uitgezonderd. Bijvoorbeeld omdat in een uitzonderlijk hoogrisicogebied zorgwekkende varianten van het virus SARS-CoV-2 rondgaan, of er extra risico’s daarop zijn omdat gegevens over de epidemiologische situatie rond dat virus ontbreken. Dan moet men met uitzonderingen op de plichten voorzichtigheid betrachten.
Indieners willen dit vast op één geval toepassen: mensen die volledig gevaccineerd zijn. Indieners achten het opportuun dat zij worden uitgezonderd van de quarantaineplicht die geldt voor zeer hoogrisicogebieden. Zij zullen dat in de volgende alinea’s toelichten. Het ligt daarbij wat indieners betreft in de rede deze uitzondering niet te laten gelden voor uitzonderlijk hoogrisicogebieden. Te denken valt aan landen als India en Brazilië, waar zorgwekkende varianten rondwaren waarvan niet duidelijk is of een vaccin wel voldoende soelaas biedt, of dat het risico te groot is dat de zorgwekkende variant ook door volledig gevaccineerde personen geïmporteerd kan worden. Dergelijke gebieden kunnen alsnog een bedreiging vormen voor zowel de gevaccineerden zelf als voor de volksgezondheid in Nederland.
Indieners wensen als gezegd een uitzondering voor gevaccineerden te maken op de quarantaineplicht voor zeer hoogrisicogebieden, als bedoeld in de artikelen 58nb en 58nh. Dit is in lijn met wat het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) in een onlangs uitgebracht advies aangaf, te weten dat voor reizigers met een goedgekeurd vaccin een quarantaine niet nodig wordt geacht.1Het ECDC stelt: «Requirements for testing and quarantine of travellers (if implemented) [...] can be waived or modified for fully vaccinated individuals as long as there is no or very low level circulation of immune escape variants (in the community in the country of origin, in the case of travellers).»Door gevaccineerden (gedeeltelijk) uit te zonderen van de quarantaineplicht vindt Nederland ook aansluiting bij onder andere Ierland, Estland, Griekenland, Denemarken, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Spanje, die reeds een vorm van uitzondering kennen voor volledig gevaccineerden.
De uitzondering op een quarantaineplicht voor gevaccineerden zorgt ten derde dat de proportionaliteit in het voorliggend wetsvoorstel beter geborgd is. Als zij niet voor zouden worden uitgezonderd van de quarantaineplicht bij zeer hoogrisicogebieden, is dit mogelijk een ongerechtvaardigde inbreuk op grondrechten zoals vastgelegd in de Grondwet en het EVRM. Het is immers disproportioneel om mensen die geen gevaar vormen voor de volksgezondheid alsnog te verplichten in quarantaine te gaan. In Ierland is reeds een rechtszaak geweest, waarbij de rechter aangaf dat gevaccineerde reizigers niet in een verplichte quarantaine hoefden omdat zij geen gevaar vormden.2 In Ierland geldt derhalve nu ook geen quarantaineplicht voor reizigers die gevaccineerd zijn met Pfizer/BioNtech, Moderna, Oxford/AstraZeneca en Janssen.3 Het toonaangevende advies van de ECDC kan ook in Nederlands verband een rol gaan spelen bij een eventuele rechtsgang omdat hierin staat dat: «het restrisico voor besmetting en transmissie dat een volledig gevaccineerde reiziger vormt, als zeer laag beoordeeld wordt.»
De precieze eisen waaraan vaccinaties bij het inreizen dienen te voldoen, om de gevaccineerde in aanmerking te laten komen voor een uitzondering van de quarantaineplicht, zullen worden gedefinieerd bij een ministeriële regeling. Zo is het voorstelbaar om aan te sluiten bij de eisen die van toepassing zullen zijn krachtens de verordening voor het Europees vaccinatiepaspoort, de «Digital Green Pass», die in juni 2021 wordt verwacht. Te denken valt aan alleen geldigheid bij vaccins die zijn goedgekeurd door het Europees Medicijn Agentschap (EMA), alleen bij maximale bescherming (bij sommige vaccins zijn daartoe twee prikken nodig) en enkele andere minimumeisen voor het vaccinatiebewijs.
Paternotte Kuiken