Ontvangen 24 mei 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt een aanhef ingevoegd, luidende:
De Jeugdwet wordt als volgt gewijzigd:.
2. Na de aanhef (nieuw) wordt de onderdeelsaanduiding «B» ingevoegd.
3. In onderdeel B (nieuw) vervalt in de aanhef «van de Jeugdwet».
4. Voor onderdeel B (nieuw) wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
A
In artikel 4.1.3, tweede lid, wordt «waarover is overlegd met de jeugdige en de ouders» vervangen door «dat zoveel mogelijk in samenspraak met de jeugdige en de ouders is opgesteld».
Indiener is van mening dat door jeugdigen te vragen wat zij nodig hebben en jeugdigen en hun ouders beter te betrekken bij de behandeling, dit de kans op een succesvol verloop verhoogt. In de Jeugdwet staat nu dat hulp afgestemd moet worden, maar niet dat een hulpverleningsplan en plan van aanpak zoveel mogelijk in samenspraak met de jeugdige en de ouders moet worden gemaakt. Hierbij wordt het «ja, tenzij» principe gehanteerd. Indiener stelt voor dit in artikel 4.1.3 aan te passen, om het belang van inspraak van de jeugdige en ouders te benadrukken en in praktijk te garanderen. Er is gekozen voor de toevoeging «zoveel mogelijk» omdat samenspraak in de praktijk niet in alle gevallen mogelijk zal zijn, bijvoorbeeld als er sprake is van een crisissituatie.
Westerveld