Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om decentrale loting toe te voegen als selectiemethode bij het selecteren van de aspirant-studenten in verband met de beschikbare onderwijscapaciteit in het hoger onderwijs;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 7.53 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. Het instellingsbestuur selecteert de aspirant-studenten in verband met de beschikbare onderwijscapaciteit uitsluitend op grond van:
a. ten minste twee kwalitatieve selectiecriteria;
b. ongewogen loting; of
c. een combinatie van ten minste twee kwalitatieve selectiecriteria en loting, waarbij:
1°. een deel van de aspirant-studenten toegelaten wordt op basis van selectie op grond van ten minste twee kwalitatieve selectiecriteria en de overige aspirant-studenten worden toegelaten op basis van ongewogen loting of de wijze van loting als bedoeld in subonderdeel 2°; of
2°. alle aspirant-studenten op basis van loting worden toegelaten, waarbij gewicht wordt toegekend aan ten minste twee kwalitatieve selectiecriteria.
2. Het derde lid, eerste volzin, komt te luiden:
Het instellingsbestuur maakt tijdig de selectieprocedure en, indien van toepassing, de kwalitatieve selectiecriteria of de wijze van loting bekend op grond waarvan de toelating zal plaatsvinden indien het aantal aspirant-studenten het maximum aantal, bedoeld in het eerste lid, zou overschrijden.
3. Onder vervanging van «; en» aan het slot van het zevende lid, onderdeel a, door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
c. de loting; en
d. de wijze waarop twee kwalitatieve selectiecriteria en loting gecombineerd kunnen worden.
In artikel 13 van de Experimentenwet vooropleidingseisen, selectie en collegegeldheffing wordt «paragraaf 4a van titel 3 van hoofdstuk 7 van de wet» vervangen door «artikel 7.53, tweede, derde en zevende lid, van de wet».
Indien het bij koninklijke boodschap van 9 september 2019 ingediende voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het stellen van voorschriften ten behoeve van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs en met betrekking tot taal in het hoger en middelbaar beroepsonderwijs (Wet taal en toegankelijkheid) (35 282) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel BB, van die wet:
a. eerder in werking treedt of is getreden dan deze wet, komen artikelen I en II van deze wet te luiden:
De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 7.53c wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Het instellingsbestuur dat een capaciteitsfixus heeft vastgesteld, selecteert de aspirant-studenten in verband met de beschikbare onderwijscapaciteit uitsluitend op grond van:
a. ten minste twee kwalitatieve selectiecriteria;
b. ongewogen loting; of
c. een combinatie van ten minste twee kwalitatieve selectiecriteria en loting, waarbij:
1°. een deel van de aspirant-studenten toegelaten wordt op basis van selectie op grond van ten minste twee kwalitatieve selectiecriteria en de overige aspirant-studenten worden toegelaten op basis van ongewogen loting of de wijze van loting als bedoeld in subonderdeel 2°; of
2°. alle aspirant-studenten op basis van loting worden toegelaten, waarbij gewicht wordt toegekend aan ten minste twee kwalitatieve selectiecriteria.
2. Het tweede lid, eerste volzin, komt te luiden:
Het instellingsbestuur maakt tijdig de selectieprocedure en, indien van toepassing, de kwalitatieve selectiecriteria of de wijze van loting bekend op grond waarvan de toelating zal plaatsvinden indien het aantal aspirant-studenten het maximum aantal, bedoeld in het eerste lid, zou overschrijden.
B
Onder vervanging van «; en» aan het slot van artikel 7.53d, onderdeel a, door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 7.53d, onderdeel b, door een puntkomma worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
c. de loting; en
d. de wijze waarop twee kwalitatieve selectiecriteria en loting gecombineerd kunnen worden.
In artikel 13 van de Experimentenwet vooropleidingseisen, selectie en collegegeldheffing wordt «7.53» vervangen door «7.53a» en wordt «paragraaf 4a van titel 3 van hoofdstuk 7 van de wet» vervangen door «artikel 7.53c, eerste en tweede lid, en artikel 7.53d van de wet».
b. later in werking treedt dan deze wet wordt die wet als volgt gewijzigd:
A
Het in artikel I, onderdeel BB, opgenomen artikel 7.53c wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Het instellingsbestuur dat een capaciteitsfixus heeft vastgesteld, selecteert de aspirant-studenten in verband met de beschikbare onderwijscapaciteit uitsluitend op grond van:
a. ten minste twee kwalitatieve selectiecriteria;
b. ongewogen loting; of
c. een combinatie van ten minste twee kwalitatieve selectiecriteria en loting, waarbij:
1°. een deel van de aspirant-studenten toegelaten wordt op basis van selectie op grond van ten minste twee kwalitatieve selectiecriteria en de overige aspirant-studenten worden toegelaten op basis van ongewogen loting of de wijze van loting als bedoeld in subonderdeel 2°; of
2°. alle aspirant-studenten op basis van loting worden toegelaten, waarbij gewicht wordt toegekend aan ten minste twee kwalitatieve selectiecriteria.
2. Het tweede lid, eerste volzin, komt te luiden:
Het instellingsbestuur maakt tijdig de selectieprocedure en, indien van toepassing, de kwalitatieve selectiecriteria of de wijze van loting bekend op grond waarvan de toelating zal plaatsvinden indien het aantal aspirant-studenten het maximum aantal, bedoeld in het eerste lid, zou overschrijden.
B
Het in artikel I, onderdeel BB, opgenomen artikel 7.53d wordt als volgt gewijzigd:
3. Onder vervanging van «; en» aan het slot van onderdeel a door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
c. de loting; en
d. de wijze waarop twee kwalitatieve selectiecriteria en loting gecombineerd kunnen worden.
C
Na artikel IIIA wordt een artikel toegevoegd, luidende:
In artikel 13 van de Experimentenwet vooropleidingseisen, selectie en collegegeldheffing wordt «7.53» vervangen door «7.53a» en wordt «artikel 7.53, tweede, derde en zevende lid, van de wet» vervangen door «artikel 7.53c, eerste en tweede lid, en artikel 7.53d van de wet».
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,