Ontvangen 23 maart 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden:
A (technische wijzigingen en wijzigingen inzake vastgoedtransacties en overheidsopdrachten)
2. Na onderdeel 3 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
3a. Het vierde lid komt te luiden:
4. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder overheidsopdracht mede verstaan:
a. een speciale-sectoropdracht als bedoeld in artikel 1.1 van de Aanbestedingswet 2012;
b. een overeenkomst waarmee een rechtspersoon met een overheidstaak zorg als bedoeld in artikel 2.11 van de Jeugdwet of artikel 2.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 inkoopt bij een ondernemer in het kader van een systeem waarbij voornoemde rechtspersoon overeenkomsten sluit met iedere ondernemer die zich ertoe verbindt om diensten of goederen te leveren tegen vooraf vastgestelde voorwaarden zonder dat het aantal belangstellende ondernemers aan de hand van een gunningscriterium wordt beperkt, met dien verstande dat voor «gegadigde» wordt gelezen «ondernemer».
Het amendement beoogt een aanpassing van de Wet Bibob, zodat zogenaamde «sociale en andere specifieke diensten»(SAS-diensten) specifiek gericht op de zorgsector, ingekocht door overheden via een (semi-) open house- of toelatingsprocedure (waaronder ook bestuurlijk aanbesteden), ook onder het toepassingsbereik van de Wet Bibob gaan vallen.
Per 1 augustus 2020 beoogde de wetgever alle overheidsopdrachten, ongeacht in welke sector deze worden verschaft, bibobabel te maken. De wetgever beoogde hiermee blijkens de memorie van toelichting, ook overheidsopdrachten op het gebied van zorginkoop onder het toepassingsbereik van de Wet Bibob te laten vallen.
Sinds 1 augustus 2020 is het begrip «overheidsopdracht» gelijkluidend aan dit begrip in de Aanbestedingswet 2012. Dit is in artikel 1, eerste lid, van de Wet Bibob, als volgt bepaald: «overheidsopdracht als bedoeld in artikel 1.1 van de Aanbestedingswet 2012».
In het geval van sociale en andere specifieke diensten (SAS-diensten) in de zin van de Aanbestedingsrichtlijn (richtlijn 2014/24/EU) kunnen overheden ervoor kiezen om op de overheidsopdrachten een vereenvoudigde aanbestedingsprocedure toe te passen. Bij dergelijke overheidsopdrachten geldt volgens de artikelen 2.38 en 2.39 van de Aanbestedingswet 2012 een lichter regime, dat veel ruimte laat voor overheden om eigen invulling te geven. Bij gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening is deze procedure het uitgangspunt, aldus artikel 2.38, tweede lid.
Ook bij deze vereenvoudigde aanbestedingsprocedure blijft sprake van een overheidsopdracht in de zin van de Aanbestedingswet 2012. Gelet op de koppeling met de definitie van overheidsopdracht in artikel 1, eerste lid, van de Wet Bibob is de Wet Bibob hierop reeds van toepassing, overigens ongeacht de vraag of het drempelbedrag van € 750.000,– uit de Aanbestedingsrichtlijn wordt overschreden.
Overheden mogen ervoor kiezen om hun inkoop op een andere wijze te organiseren, zoals via subsidieverstrekking of een (semi)open house-procedure of toelatingsprocedure. Dat geldt ook in geval van SAS-diensten en gebeurt in de praktijk ook. Een open house of toelatingsprocedure is op grond van de Aanbestedingswet 2012, althans op grond van aanbestedingsjurisprudentie, geen wettelijk voorgeschreven aanbestedingsprocedure, maar een wijze van contracteren die aanbestedingsrechtelijk niet kwalificeert als «overheidsopdracht», en valt daarmee niet onder de definitie van overheidsopdracht onder de Wet Bibob. Als wordt gekozen voor subsidieverstrekking, valt de inkoop reeds onder de Wet Bibob.
Met dit amendement, dat ziet op SAS-diensten op grond van de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 waarvoor een (semi)open house-procedure of toelatingsprocedure wordt gekozen, willen wij ook deze vormen van zorginkoop door overheden onder de Wet Bibob brengen, omdat juist ook hier relevant is te onderzoeken of de personen bij wie deze overheden zorg inkopen betrouwbaar en integer zijn.
Palland