Voorgesteld 2 februari 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat in de Wet afbreking zwangerschap de noodsituatie van de vrouw niet wordt gedefinieerd en het oordeel erover aan de vrouw wordt gelaten;
overwegende dat er geen representatief onderzoek is dat inzicht biedt in de beweegredenen van vrouwen om een afbreking van de zwangerschap te overwegen;
overwegende dat meer inzicht in de beweegredenen behulpzaam is bij het doen afnemen van het aantal zwangerschapsafbrekingen;
verzoekt de regering nader verdiepend (wetenschappelijk) onderzoek uit te laten voeren naar de beweegredenen van vrouwen die een afbreking van een zwangerschap overwegen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bikker
Palland
Hermans
Paulusma
Pouw-Verweij
Van der Plas
Stoffer