Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat werknemers een verzoek kunnen doen tot het flexibel inrichten van hun arbeidsvoorwaarden ten aanzien van hun werkplaats;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 2 van de Wet flexibel werken wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vijfde lid komt te luiden:
5. De werkgever willigt het verzoek van de werknemer in:
a. in geval het betreft een verzoek om aanpassing van de arbeidsduur of de werktijd, voor zover het betreft tijdstip van ingang en de omvang van de aanpassing, tenzij zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich daartegen verzetten; en
b. in geval het betreft een verzoek om aanpassing van de arbeidsplaats, voor zover zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich daartegen niet verzetten en de gewenste arbeidsplaats het, binnen het grondgebied van de Europese Unie gelegen, woonadres van de werknemer is of een voor de arbeid passende arbeidsplaats van waaruit gebruikelijk ten behoeve van de werkgever werkzaamheden worden verricht.
2. in het zesde lid wordt na «De werkgever overweegt» ingevoegd «, in geval het betreft een verzoek om aanpassing van de arbeidsplaats naar een andere arbeidsplaats dan die genoemd in het vijfde lid, onderdeel b,».
3. In het elfde lid, aanhef, wordt na «de werktijd» ingevoegd «of de arbeidsplaats».
4. Het dertiende lid wordt als volgt gewijzigd:
a. Na «opgekomen belangen ten aanzien van de arbeidsplaats» wordt ingevoegd «, voor zover het betreft een andere arbeidsplaats dan die genoemd in het vijfde lid, onderdeel b,».
b. Na «arbeidstijd» wordt ingevoegd «of de arbeidsplaats, voor zover het betreft een arbeidsplaats als bedoeld in onderdeel b van dat lid».
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,