Ontvangen 25 juni 2021
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel L, wordt als volgt gewijzigd:
1. Na de aanhef wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
0. Aan het eerste lid, aanhef, wordt toegevoegd «onverwijld».
2. Na onderdeel 1 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
1a. Na het tweede lid wordt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot het vierde en vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:
3. Een politieke partij maakt in ieder geval de bijdragen van in totaal € 4.500 of meer die zij binnen een tijdsbestek van een jaar van een gever heeft ontvangen, zo spoedig mogelijk na registratie openbaar. Van de gegevens over het adres van een natuurlijke persoon, wordt uitsluitend de woonplaats openbaar gemaakt. Openbaarmaking van de gegevens over de naam en de woonplaats van de gever, zijnde een natuurlijke persoon, kunnen achterwege blijven, indien dit gelet op het belang van de veiligheid van die persoon aangewezen wordt geacht.
II
Aan artikel I, onderdeel O, onderdeel 1, onder b, wordt toegevoegd «en wordt «artikel 21, derde lid,» vervangen door «artikel 21, vierde lid,»».
III
Aan artikel I, onderdeel P, onderdeel 1, onder b, wordt toegevoegd «en wordt «artikel 21, derde lid,» vervangen door «artikel 21, vierde lid,»».
IV
In artikel I, onderdeel R, wordt in het voorgestelde artikel 30, tweede lid, onder c, «artikel 21, derde lid,» vervangen door «artikel 21, vierde lid,».
Dit amendement strekt ertoe dat giften onverwijld, dat wil zeggen zo snel mogelijk, na ontvangst openbaar moeten worden gemaakt op de website van de ontvangende politieke partij. Hiermee wordt voorkomen dat de gift voor langere tijd aan de transparantie wordt onttrokken en dat is in strijd met de geest van de wet. Met dit amendement wordt de transparantie met betrekking tot partijfinanciering groter. Ondanks dat politieke partijen de werkwijze moeten aanpassen, zal de administratieve last voor de ontvangende partij beperkt zijn omdat er al een verplichting rust om giften te registeren.
Indiener beoogt dat partijen de bekendmaking laten lopen via de wijze van verantwoorden die nu al vereist is richting het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. Als partijen gebruikelijk zijn meer transparantie te betrachten over de hoogte van giften dan wettelijk vereist, heeft dit de voorkeur.
Leijten