Ontvangen 15 februari 2022
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel A, onder 3, vervalt in het voorgestelde onderdeel n «of een in het Handelsregister ingeschreven rechtspersoon of onderneming,».
II
Artikel I, onderdeel C, komt te luiden:
C
Artikel 5, eerste lid, komt te luiden:
1. Een politieke partij kan één andere instelling dan de in de artikelen 2 en 3 genoemde instellingen aanwijzen als neveninstelling. Een dergelijke instelling kan slechts door één politieke partij zijn aangewezen en de instelling dient schriftelijk met de aanwijzing in te stemmen. De partij stelt Onze Minister schriftelijk in kennis van de aanwijzing en de instemming van de instelling.
2. Om een instelling als bedoeld in het eerste lid als neveninstelling aan te wijzen, is vereist dat het een rechtspersoon is die uitsluitend of in hoofdzaak erop is gericht stelselmatig of structureel ten bate van de politieke partij activiteiten of werkzaamheden te verrichten waar de partij kennelijk voordeel bij heeft.
III
In artikel I, onderdeel L, vervallen de aanhef, onderdeel 1 en de aanduiding «2.» voor het tweede onderdeel en wordt «In het tweede lid» vervangen door «In artikel 21, tweede lid».
IV
In artikel I, onderdeel N, wordt het voorgestelde artikel 23a, eerste lid, als volgt gewijzigd:
1. Na de aanhef wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
0a. een rechtspersoon, niet zijnde een neveninstelling;.
2. Onderdeel c vervalt, onder vervanging van «; of» aan het slot van onderdeel b door een punt.
V
In artikel I, onderdeel O, onder 3, wordt het voorgestelde vijfde lid als volgt gewijzigd:
1. In de eerste zin wordt «een natuurlijke persoon of een uiteindelijk belanghebbende,» vervangen door «een gever».
2. In de tweede zin vervalt «, zijnde een natuurlijke persoon of een uiteindelijk belanghebbende,» en vervalt «of belanghebbende».
VI
In artikel I, onderdeel P, onder 2, wordt het voorgestelde derde lid als volgt gewijzigd:
1. In de tweede zin wordt «een natuurlijke persoon of een uiteindelijk belanghebbende,» vervangen door «een gever».
2. In de derde zin vervalt «, zijnde een natuurlijke persoon of een uiteindelijk belanghebbende,» en vervalt «of belanghebbende».
VII
In artikel I, onderdeel Pa, wordt het voorgestelde artikel 28a, derde lid, als volgt gewijzigd:
1. In de tweede zin wordt «een natuurlijke persoon of een uiteindelijk belanghebbende,» vervangen door «een gever».
2. In de derde zin vervalt «, zijnde een natuurlijke persoon of een uiteindelijk belanghebbende,» en vervalt «of belanghebbende».
VIII
In artikel I, onderdeel Q, onder 2, wordt het voorgestelde vierde lid als volgt gewijzigd:
1. In de tweede zin wordt «een natuurlijke persoon of een uiteindelijk belanghebbende,» vervangen door «een gever».
2. In de derde zin vervalt «, zijnde een natuurlijke persoon of een uiteindelijk belanghebbende,» en vervalt «of belanghebbende».
IX
In artikel I, onderdeel R, wordt het voorgestelde artikel 30, vijfde lid, als volgt gewijzigd:
1. In de tweede zin wordt «een natuurlijke persoon of een uiteindelijk belanghebbende,» vervangen door «een gever».
2. In de derde zin vervalt «, zijnde een natuurlijke persoon of een uiteindelijk belanghebbende,» en vervalt «of belanghebbende».
X
In artikel I, onderdeel T, onder 2, wordt het voorgestelde vierde lid als volgt gewijzigd:
1. In de tweede zin wordt «een natuurlijke persoon of een uiteindelijk belanghebbende,» vervangen door «een gever».
2. In de derde zin vervalt «, zijnde een natuurlijke persoon of een uiteindelijk belanghebbende,» en vervalt «of belanghebbende».
Indieners willen dat financiering van politieke partijen met belastinggeld te verdedigen is met het argument dat partijen mee moeten kunnen doen aan verkiezingen, zonder dat zij afhankelijk zijn of worden van bedrijven of particulieren die met giften politieke invloed en macht kopen. Voor politieke partijen moeten dan wél normen worden gesteld om die onafhankelijkheid en de transparantie te waarborgen en het vertrouwen in de politiek en verkiezingen te vergroten. Met dit amendement wordt voorgesteld enkel giften van natuurlijke gevers toe te staan. Giften van niet-natuurlijke rechtspersonen, anders dan neveninstellingen, worden daarmee uitgesloten. Dit voorstel volgt daarmee regelgeving zoals in België en Canada, waar giften van rechtspersonen verboden zijn. Met dit amendement wordt tegelijkertijd geregeld dat een partij één neveninstelling mag aanwijzen in de zin van artikel 5 van deze wet. Dit om te voorkomen dat er een grote hoeveelheid stichtingen opgericht kunnen worden en via de route van neveninstelling alsnog leiden tot niet-transparante geldstromen. De essentie van de beoogde transparantie van partijfinanciering is dat de identiteit van financiers kenbaar is, zodat helder is welke belangen meespelen en ongewenste beïnvloeding van politieke partijen voorkomen kan worden. In het geval van giften van rechtspersonen, waarbij giften meer in de sfeer van belangen vallen, is dit minder transparant en daarmee een groter risico. Alleen natuurlijke personen mogen stemmen en het ligt daarmee in de rede dat ook enkel natuurlijke personen een gift mogen doen.
Leijten Arib Bromet